Richtlijn: Overgewicht (2012)
Onderbouwing
Het signaleringsprotocol van de JGZ, de multidisciplinaire CBO-richtlijn Obesitas en NHG-Standaard Obesitas adviseren kinderen met obesitas door te verwijzen naar huisarts en kinderarts. Deze afspraken worden vooral gemaakt voor het uitsluiten van een medische oorzaak en/of het zoeken naar comorbiditeit (Binsbergen et al. 2011; Bulk-Bunschoten et al. 2004; CBO Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg, 2008). Uit de knelpuntenanalyse komt naar voren dat ruim de helft van de JGZ-organisaties de CBO-richtlijn volgt (van de Veer et al. 2011). Het aantal organisaties dat aangeeft geen afspraken met ketenpartners te hebben over het doorverwijzen van kinderen met obesitas is echter nog aanzienlijk; 18% voor de organisaties die zich richten op kinderen van 0-4 jaar en 26% voor de organisaties die zich richten op de oudere kinderen (4-19 jaar).
Na verwijzing gaat 81% van de organisaties die zich richten op 0- tot 4-jarigen en 63% van de organisaties die zich richten op 4- tot 19-jarigen ‘meestal’ na of de ouders de afspraken nakomen. Het is van belang om dit percentage verder te verhogen.
Uit een inventarisatie bij alle ziekenhuizen in Nederland naar programma’s die door kinderartsen in de Nederlandse ziekenhuizen worden gebruikt ter behandeling van kinderen met obesitas, blijkt dat er ook kinderen met overgewicht door de kinderarts worden gezien (Schwiebbe et al. submitted). Bij deze kinderen is het niet duidelijk hoe ze bij de kinderarts terecht zijn gekomen; mogelijk kwamen zij reeds om een andere reden bij de kinderarts. Kinderartsen vinden het niet nodig en niet haalbaar om ook kinderen met alleen overgewicht te zien. Toch heeft 11% van de kinderen met overge- wicht die door de kinderarts zijn gezien comorbiditeit. Hoewel dit mogelijk een gese- lecteerde groep kinderen betreft, kunnen we niet zomaar stellen dat deze kinderen niet bij de kinderarts thuishoren. Nader onderzoek is nodig om na te gaan of deze kinderen gesignaleerd moeten worden en, zo ja, hoe.
30% van de organisaties die zich richten op 4- tot 19-jarigen krijgt meestal terugkoppeling van de zorgverleners waarnaar ze hebben verwezen. Bij de organisaties die zich richten op 0- tot 4-jarigen ligt dit percentage hoger (55%). In het kader van ketenzorg dient deze terugkoppeling verder te worden verbeterd, zodat verschillende zorgtrajecten goed op elkaar kunnen aansluiten zonder dat informatie verloren gaat. Hierdoor zal de kwaliteit van zorg voor kinderen met overgewicht of obesitas verder worden verbeterd.
Het is van belang een sluitende keten van preventie en vroege opsporing, diagnostiek, behandeling en nazorg te ontwikkelen voor kinderen met overgewicht. Voor obese kinderen bestaat reeds een dergelijke zorgketen in de vorm van de Zorgstandaard Obesitas, waarin een functionele beschrijving van de inhoud en organisatie van de zorg in de toekomst staat en waarin kwaliteitsindicatoren en competenties worden benoemd. De Zorgstandaard Obesitas wordt gefaciliteerd door het Partnerschap Overgewicht Nederland (Partnerschap Overgewicht Nederland, 2010).
Referenties
Zie referentielijst.