Richtlijn: Niet scrotale testis (NST) (2012, multidisciplinair)
Totstandkoming Richtlijn
Deze ‘Multidisciplinaire richtlijn Signalering van en verwijzing bij niet-scrotale testis (NST)’ is de praktische uitwerking van het project: ‘Gebruik van beslissingsanalyse en patiënten voorkeuren bij ontwikkeling en toepassing van richtlijnen geïllustreerd aan de hand van de richtlijn niet-scrotale testis’. Bij de vertaling van de uitkomsten uit dat project naar de praktijk zijn enkele uitkomsten op basis van consensus aangepast. De resultaten van het project inclusief de consensus worden kort weergegeven in thema 3 samenvatting beslissingsanalyse en experbijeenkomst en zijn uitgebreid verwerkt in een aparte bijlage Wetenschappelijke onderbouwing (besliskundige analyse en overige overwegingen exertbijeenkomst), die kan worden geraadpleegd voor nadere uitleg, toelichting en bijbehorende referenties.
Expertgroep
dr. Joery Goede, arts-onderzoeker kindergeneeskunde (MCA, Alkmaar, tegenwoordig LUMC);
dr. Frans Hazebroek, emeritus hoogleraar kinderchirurgie (Erasmus MC-Sophia, Rotterdam),
drs. Erik van der Horst, kinderuroloog (VUmc, Amsterdam);
dr. Sabine de Muinck Keizer-Schrama, kinderarts-endocrinoloog (Erasmus MC-Sophia, Rotterdam);
Prof. Dr. J Kievit (LUMC Medische Besliskunde);
drs. Stefaan Tytgat, kinderchirurg (UMC, Utrecht);
dr. Tjerk Wiersma, huisarts (NHG, Utrecht);
dr. Pauline Verloove-Vanhorick, emeritus hoogleraar kindergeneeskunde, kinderarts, voorzitter (TNO).
Juridische betekenis van richtlijnen
Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar op ‘evidence’ gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien deze aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op de ‘gemiddelde cliënt/patiënt’, kunnen zorgverleners op basis van hun professionele autonomie zo nodig afwijken van de richtlijn. Het afwijken van richtlijnen kan in bepaalde situaties zelfs noodzakelijk zijn. Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en gedocumenteerd te worden.
Herziening
In principe heeft de richtlijn een geldigheidsduur van vijf jaar. Uiterlijk in 2017 wordt bepaald of actualisering noodzakelijk is. De geldigheid van deze richtlijn verloopt eerder indien resultaten uit wetenschappelijk onderzoek of nieuwe ontwikkelingen een eerdere aanpassing vereisen.