Richtlijn: Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Verantwoording

Wetenschappelijke bewijsvoering

Er werd systematisch literatuur gezocht bij de uitgangsvragen die naar mening van de RAC niet in de inleiding van de richtlijn beantwoord dienden te worden (zie d uitgangsvragen bij de thema's). Een uitzondering hierop werd gemaakt voor risico- en beschermende factoren, hiervoor werd wel systematisch naar literatuur gezocht. De uitgangsvragen waar een systematisch literatuur voor werd gezocht werden samengevoegd in vijf onderwerpen:  

1. Risico- en beschermende factoren,

2. Samenhangende stoornissen en ontwikkelingsproblemen,

3. Geneesmiddelen,

4. Signaleren,

5. Preventie en interventie.

De literatuursearch richtte zich in eerste instantie op meta-analyses en systematische reviews uit de periode 2005 tot en met 2014, omdat de literatuursearch zonder deze limitatie een onwerkbare hoeveelheid artikelen opleverde. Dit resulteerde in een lijst met 446 geselecteerde referenties.

Hieruit volgde een lijst met abstracts. De abstracts zijn door twee personen beoordeeld op relevantie voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Dit resulteerde in een lijst van 120 artikelen waarvan de volledige tekst werd opgevraagd en doorgenomen. Na het doorlezen van de volledige tekst bleken 95 artikelen relevant.

Voor enkele onderwerpen bleken er onvoldoende reviews of meta-analyses te zijn geïncludeerd via de zoekstrategie (bijv. over de relatie tussen alcohol, drugsgebruik, tijdstip van de start van de school en slaap, interventies bij kinderen en adolescenten), daarom werd per onderwerp gezocht naar aanvullende reviews, meta-analyses, of bij afwezigheid daarvan, RCT’s of andere empirische artikelen. Daarnaast werd aan deze lijst m.b.v. de sneeuwbalmethode artikelen en aanvullende aangedragen literatuur door werkgroepleden in totaal 165 artikelen toegevoegd.

De geselecteerde artikelen zijn beoordeeld op relevantie voor de uitgangsvraag en op hun methodologische kwaliteit volgens EBRO-methode (zie Tabel 1). Artikelen van matige of slechte kwaliteit werden uitgesloten. Na deze selectie bleven de artikelen over die als onderbouwing bij de verschillende conclusies in de richtlijn staan vermeld. De evidence is samengevat in ‘evidentietabellen’ (zie bijlage). De beoordeling van de verschillende artikelen staat in de verschillende hoofdstukken onder het kopje ‘onderbouwing’. De literatuur is samengevat in een conclusie, waarbij het niveau van het relevante bewijs is weergegeven. De formulering van de conclusie is rechtstreeks gekoppeld aan het niveau van het bewijs, eveneens volgens de EBRO methode (zie Tabel 2).

Tabel 1. Indeling van de methodologische kwaliteit van individuele studies (bron: CBO 2007)


Interventie


Diagnostisch accuratesse onderzoek Schade/bijwerkingen*, etiologie,
A1 Systematische review Tenminste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau
A2

Gerandomiseerd dubbelblind vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit van voldoende omvang

Onderzoek ten opzichte van een referentietest (een ‘gouden standaard’) met tevoren gedefinieerde afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van de resultaten van test en gouden standaard, betreffende een voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten die allen de index- en referentietest hebben gehad

Prospectief cohort onderzoek van voldoende omvang en follow-up, waarbij adequaat gecontroleerd is voor ‘confounding’ en selectieve follow-up voldoende is uitgesloten.

B

Vergelijkend onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 (hieronder valt ook patiënt-controle onderzoek, cohort-onderzoek)

Onderzoek ten opzichte van een referentietest, maar niet met alle kenmerken die onder A2 zijn genoemd

C Niet-vergelijkend onderzoek
D Mening van deskundigen

Tabel 2. Indeling van het eindoordeel (conclusie) (bron: CBO 2007)

Eindoordeel (conclusie) gebaseerd op:
1
Onderzoek van niveau A1 of ten minste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A2.
2 Eén onderzoek van niveau A2 of ten minste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau B.
3 Eén onderzoek van niveau B of C.
4 Mening van deskundigen.

Zoekstrategie en evidentietabellen

Gezocht is in Pubmed, PsycInfo, Cochrane en CINAHL. In Pubmed werd gezocht met behulp van MESHterms. De volgende zoektermen zijn gebruikt:

Pubmed, gezocht op 4-12-2014. In Pubmed werd gezocht met behulp van o.a. MESH terms.

Zie ook:

 

Kennislacunes

  • Er zijn geen cijfers bekend over de prevalentie van slaapproblemen bij Nederlandse adolescenten.
  • Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar cultuurverschillen in slaap binnen Nederland. 
  • Er is geen Nederlands onderzoek gedaan naar het effect van preventie van slaapproblemen bij kinderen ouder dan 18 maanden.
  • Er is meer onderzoek nodig op welke manier voorlichting over slaap aansluit bij ouders met verschillende culturele achtergronden en lage gezondheidsvaardigheden.
  • Er zijn onvoldoende in Nederland effectief bewezen interventies voor de behandeling van slaapproblemen  bij kinderen tot 12 jaar.

Knelpuntenanalyse

 

Belangenverstrengeling
Voor de ontwikkeling van deze richtlijn is financiering verkregen van ZorgOnderzoek Nederland Medische Wetenschappen (ZonMw). Alle werkgroepleden hebben een verklaring belangenverstrengeling ingevuld.

Dr Hamburger geeft aan in de laatste drie jaar (tot op heden) wel een relatie of bemoeienis te hebben gehad met meerdere bedrijven (zie ismc.nl 2014) die op enigerlei wijze zijn verbonden aan het onderwerp van de onderhavige JGZ-richtlijn, waardoor een belangenconflict zou kunnen ontstaan met de werkzaamheden in de richtlijnwerkgroep.

Dr L’Hoir geeft aan in de laatste drie jaar (tot op heden) werkzaamheden te hebben uitgevoerd in de vorm van een publicatie van een boek over slaap en wiegendood preventie (zie Het Slaapboek, 2015).

Dr van Sleuwen geeft aan in de laatste drie jaar (tot op heden) werkzaamheden te hebben uitgevoerd in de vorm van een publicatie van een boek over slaap en wiegendood preventie (zie Het Slaapboek, 2015).

De overige werkgroepleden hebben verklaard in de laatste drie jaar (tot op heden) geen relatie of bemoeienis te hebben gehad met bedrijven of organisaties, zoals sponsors, farmaceutische industrie, belangenvereniging, of werkzaamheden te ontplooien vanuit een eigen bedrijf of (mede) methoden, instrumenten ed. te ontwikkelen op het gebied van slaap en/of slaapgedrag, waardoor een belangenconflict zou kunnen ontstaan met de werkzaamheden in de richtlijnwerkgroep.


Pagina als PDF