Accommoderen: scherpstellen op een voorwerp dichtbij door automatische verandering van de bolling van de ooglens
Astigmatisme: brilsterkte afwijking waarbij een cilinderglas nodig is voor correctie. Dit glas breekt niet in alle richtingen gelijk.
Binoculaire volgbeweging: volgbeweging met beide ogen
Conjunctiva: oppervlakkige bindvlies
Convergeren: beide ogen gelijktijdig naar de neus draaien als een voorwerp dichtbij komt
Cornea: hoornvlies. Belangrijk voor de beeldvorming in het oog.
Cornea lichtreflex: reflex van fixatielampje op het hoornvlies.
Cycloplegie: door middel van oogdruppels wordt het accommoderend vermogen van de lens uitgeschakeld waardoor de refractie gemeten kan worden zonder invloed van accommodatie op de uitkomst. Deze druppels geven ook pupilverwijding.
Dysmatuur: kind met geboortegewicht dat te laag is voor de zwangerschapsduur. De Engelse term hiervoor is SGA (Small for Gestational Age).
Fovea: centrum van de gele vlek in het netvlies en deel waarmee maximale visus bereikt kan worden. Bij rechte oogstand valt het beeld van het object waar je naar kijkt (bv een fixatie lampje) in beide ogen op de fovea.
Glasvocht: glasachtig lichaam: heldere gelei die de achterste holte van het oog vult
Hypermetropie: brilsterkte afwijking waarbij een positieve (+) lens nodig is voor correctie (verziendheid)
Lens: bevindt zich achter de iris en is nodig voor focussering van beelden op het netvlies.
Neurogeen: afwijking veroorzaakt door een afwijking van één of meerdere zenuwen
Monoculaire volgbeweging: volgbeweging met 1 oog
Myogeen: afwijking veroorzaakt door een afwijking van de spieren
Myopie: brilsterkte afwijking waarbij een negatieve (-) lens nodig is voor correctie (bijziendheid)
OD: oculus dexter = rechter oog
Optische as: de virtuele lijn die loopt door het centrum van de cornea, de pupil en de lens en eindigt bij de fovea (gele vlek).
OS: oculus sinister = linker oog
Prematuur: geboren voor de 37e week van de zwangerschap
Pupil: zwarte, ronde opening in centrum van iris
Retina: netvlies. Bevat staafjes en kegeltjes. De kegeltjes zijn belangrijk om scherp te kunnen zien en kleuren te kunnen waarnemen. De staafjes worden gebruikt om contouren te zien en in schemerdonker waar te kunnen nemen.
Sclera: harde, witte omhulsel van het oog / oogwit
Uvea: vaatvlies bestaande uit iris, corpus ciliare (straalvormig lichaam) en choroidea. De choroidea bevindt zich tussen retina en sclera.
Voorste oogkamer: ruimte tussen cornea en iris-lens