Nul tot zes jaar
Veel jeugdigen maken op jonge leeftijd periodes mee met een piepende of zagende ademhaling met wisselend, vooral nachtelijk, hoesten, meestal geassocieerd met een bovenste luchtweginfectie. Een minderheid van hen ontwikkelt op latere leeftijd astma. De in aanleg relatief nauwe luchtwegen zorgen er bij deze groep voor dat bij een virale luchtweginfectie gemakkelijk obstructie ontstaat. Een deel van de jeugdigen tot zes jaar ontwikkelt piepen dat optreedt bij prikkels zoals inspanning, lachen, huilen of blootstelling aan tabaksrook of huisstofmijt, ook in afwezigheid van een luchtweginfectie (GINA-richtlijn 2019). Bij jeugdigen tot ongeveer zes jaar wordt bij klachten van episodisch piepen/(nachtelijk) hoesten meestal gekozen voor de term ‘prikkelbare luchtwegen’. De diagnose ‘astma’ wordt gereserveerd voor “bewezen” astma (zie bij leeftijd zes jaar of ouder).
Zes jaar of ouder
De diagnose ‘astma’ kan meestal pas vanaf de leeftijd van vijf á zes jaar worden gesteld. Jeugdigen van deze leeftijd vertonen vaker het voor astma karakteristieke klachtenpatroon met kortdurende aanvallen met een piepende ademhaling, benauwdheid/kortademigheid en eventueel (nachtelijk) hoesten, afgewisseld met vrijwel of geheel klachtenvrije perioden. In de anamnese is naast luchtweginfecties vaak sprake van andere niet-allergische en allergische uitlokkende factoren, zoals inspanning of blootstelling aan tabaksrook, contact met huisstofmijt, kat, hond, schimmels, berk of kruiden (bijvoet, smalle weegbree). Allergie en luchtwegproblemen bij familie en de aanwezigheid van andere allergische aandoeningen (met name eczeem en allergische rinitis) versterken het vermoeden van ‘astma’.
Pathofysiologie
De klachten bij astma worden veroorzaakt door een chronische ontsteking van de luchtwegen. Deze ontsteking gaat gepaard met een toename in prikkelbaarheid van de luchtwegen en gevoeligheid voor een veelheid aan allergische en voor niet-allergische prikkels. Bij een astma-aanval geven de geactiveerde ontstekingscellen (in het bijzonder mestcellen, eosinofiele leukocyten en T-lymfocyten) mediatoren af die acuut leiden tot een spasme van de circulaire bronchusmusculatuur, zwelling van de slijmvlieslaag en een toename van de slijmproductie. Hierdoor raakt de luchtweg vernauwd (bronchusobstructie; zie figuur 1) en gaat het kind hoesten en/of wordt het benauwd/kortademig. Bij het passeren van lucht door de vernauwde luchtweg ontstaat door turbulentie een piepend geluid dat bij expiratie (uitademing) luider klinkt dan bij inspiratie (inademing). Bij het beluisteren van de longen met een stethoscoop tijdens een astma-aanval wordt ‘polyfoon piepen’ gehoord, afkomstig uit vernauwde luchtwegen van verschillend kaliber. Als er één fluittoon (met één toonhoogte) hoorbaar is past dit niet bij astma maar bij een plaatselijke obstructie van een enkele luchtweg, zoals bij laryngitis subglottica (pseudokroep) of een corpus alienum. De expiratie (uitademing) duurt bij een astma-aanval ook langer dan normaal. Deze combinatie wordt een verlengd, piepend expirium genoemd.
Figuur 1: Pathofysiologie van bronchusobstructie
Beloop
Het beloop van astma in de tijd varieert van persoon tot persoon. Bij twee derde van de jeugdigen bij wie de diagnose ‘astma’ op de leeftijd van zes jaar of ouder is gesteld, verdwijnen de symptomen en klachten vóór of rond de puberteit. Bij de helft van deze groep treden later op volwassen leeftijd opnieuw klachten op [33].