7.3.5 Kinderen van ouders met psychische problemen: KOPP

JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Kindermishandeling

KOPP staat voor ‘kinderen van ouders met psychische problemen’; ook wordt wel gesproken van KVO, ‘Kinderen van Verslaafde Ouders’. Naar schatting telt Nederland 400.000 ouders met psychische en/of verslavingsproblemen. Samen hebben zij ruim 500.000 kinderen. Het opgroeien in een dergelijk gezin kan voor kinderen ingrijpende gevolgen hebben. Zo lopen zij bijvoorbeeld in vergelijking met kinderen die opgroeien bij psychisch gezonde ouders een drie tot dertien keer zo groot risico om zelf psychische problemen en/of verslavingsproblematiek te ontwikkelen [223]. Tevens is het hebben van een ouder met een psychisch probleem een belangrijke risicofactor voor kindermishandeling.

Niet alle KOPP-kinderen hebben een even groot risico om zelf ook een psychische aandoening of verslaving te ontwikkelen en niet alle kinderen hebben professionele hulp nodig, zij het dat het hebben van een chronisch zieke ouder een bedreigende factor is voor de gezonde ontwikkeling van de jeugdige. Of een KOPP-kind (psychische) problemen ontwikkelt, is afhankelijk van een aantal kind-, ouder- en omgevingsfactoren. Uit onderzoek blijkt dat de kans op problematiek significant toeneemt bij een cumulatie van risicofactoren enerzijds in combinatie met een beperkte aanwezigheid van beschermende factoren anderzijds [228].

Omdat er veel overlap is met de risicofactoren voor kindermishandeling in het algemeen, bespreken we in deze paragraaf in kort bestek de risicofactoren waarvan uit onderzoek is gebleken dat deze specifiek bij KOPP-kinderen kunnen bijdragen aan het ontstaan van psychische aandoeningen bij de jeugdige [223]. Zie verder Thema 2.

Risicofactoren bij de jeugdige voor het ontwikkelen van een psychische stoornis zijn:

  • weinig zelfvertrouwen en het ontbreken van cognitieve en sociale vaardigheden bij de jeugdige.
    Omgekeerd kunnen voldoende sociale vaardigheden en veel zelfvertrouwen een kind ook beschermen, waardoor de kans op het ontwikkelen van psychische problemen op latere leeftijd juist kleiner wordt.
  • weinig kennis over de ziekte van de ouder;
  • het te zeer overnemen van de rol en taken van de ouder door de jeugdige; zogeheten ‘parentificatie’;
  • negatieve cognities van de jeugdige met betrekking tot de ziekte van de ouder, zoals gevoelens van schuld, schaamte en het idee hebben de enige te zijn;
  • een jonge leeftijd van het kind: hoe jonger het kind des te groter de invloed van de ouders;
  • genetische aanleg bij de jeugdige; hoewel een genetische risicofactor niet noodzakelijkerwijs leidt tot een stoornis.

 

Risicofactoren bij de ouders voor het ontwikkelen van een psychische stoornis (bij het kind) zijn:

  • de psychische ziekte van de ouder is ernstig en chronisch;
  • er is sprake van comorbiditeit, het hebben van meerdere psychische ziekten.
  • beide ouders hebben een psychisch probleem of verslaving.

 

Bekende risicofactoren met betrekking tot de ouder-kind interactie:

  • weinig aandacht van de ouder, geringe betrokkenheid tussen ouder en kind zoals tot uiting komt onvoldoende sensitieve ouder-kind interacties;
  • een onveilige gehechtheidsrelatie met de ouder.
  • weinig zicht van de ouder op het doen en laten van de jeugdige.
  • inadequate opvoedingsstrategieën en slecht voorbeeldgedrag van ouders.
  • agressie, huiselijk geweld of mishandeling in het gezin.
  • de afwezigheid van een gezonde ouder of andere goed functionerende volwassene die zorg draagt voor de kinderen.

 

Het is belangrijk jeugdigen en gezinnen die een verhoogd risico lopen vroegtijdig op te sporen en gepaste interventies in te zetten; zie hiervoor ook de jeugdzorg Richtlijn Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) ( www.richtlijnenjeugdhulp.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad). En voor ouders respectievelijk jeugdigen: www.kopopouders.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad en www.survivalkids.nl.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback