Een licht verstandelijke beperking is geen psychische of psychiatrisch probleem en hoort daarom strikt genomen niet in dit thema thuis. We bespreken deze beperking wel hier omdat het gaat om een beperking bij de ouder die niet direct zichtbaar is, en kan samengaan met bijkomende problematiek zoals een psychiatrische stoornis of problemen in de sociale context.
Het gaat hier om ouders die,
- een IQ score hebben tussen 50 en 70;
- een beperkt sociaal aanpassingsvermogen hebben; en vaak met bijkomende problematiek te maken hebben, zoals leerproblemen, een psychiatrische stoornis, medisch- en organische problemen en of problemen in gezin en sociale context [231].
Met ‘sociaal aanpassingsvermogen’ worden vaardigheden bedoeld zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, sociale vaardigheden en praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging en gebruik maken van openbaar vervoer [231].
Bij een IQ-score tussen 70 en 85 spreken we alleen van een licht verstandelijke beperking als er ook bijkomende problemen zijn, zoals beperkte sociale vaardigheden, moeilijkheden om met emoties om te gaan en zich te verplaatsen in een ander, en moeilijkheden om een langere periode te overzien, of beslissingen te nemen voor de nabije toekomst.
De Handreiking voor ondersteuning van ouders met een verstandelijke beperking [231] stelt: “Aan ouders met een licht verstandelijke beperking kun je vaak niet zien dat ze een beperking hebben. In een gesprek valt meestal niet meteen op dat ze iets niet goed begrijpen. Ze hebben een arsenaal aan vaardigheden ontwikkeld om dit te verbergen. Ze presenteren zich meestal goed en brengen problemen niet zomaar ter sprake. Dit heeft te maken met een onrealistisch zelfbeeld. Sommigen onderschatten zichzelf door veelvuldige faalervaringen, waardoor ze een negatief zelfbeeld ontwikkelen en weinig zelfvertrouwen hebben. Anderen overschatten zichzelf en pakken dingen aan die duidelijk te hoog gegrepen zijn. Ze vinden het belangrijk om erbij te horen en normaal te zijn. Daar hoort ook het krijgen van kinderen bij. Het kan even duren voordat de omgeving in de gaten heeft dat een ouder een verstandelijke beperking heeft “ [229].
Hoe herken je ouders met LVB? Hieronder noemen we kenmerken op die niet voor alle ouders met LVB zullen gelden, want de groep is divers. De lijst is bedoeld als hulpmiddel om tijdig de mogelijkheid van LVB te overwegen als professional.
Mensen met een LVB …
- denken heel concreet, en zijn gericht op het hier en nu;
- denken sterk vanuit zichzelf, en zijn – ook in de opvoeding – meestal op hun eigen behoeften gericht;
- kunnen zich niet goed in anderen verplaatsen;
- reageren doorgaans impulsief en hebben moeite om hun impulsen te beheersen;
- ze vinden het lastig om een langere tijdsperiode te overzien;
- hebben moeite de aandacht en concentratie vasthouden;
- hebben tijd nodig om nieuwe informatie te verwerken en aan te leren;
- hebben moeite om over hun eigen emoties te praten. Ook het herkennen van emoties bij anderen is een probleem.
Opvoeden betekent dat je je moet kunnen inleven in je kinderen. Voor ouders met een beperking is het niet vanzelfsprekend dat kinderen niet hetzelfde kunnen, voelen en weten als een volwassene. Meer specifiek met betrekking tot de opvoedtaken betekent dit [229]:
- een ouder met een LVB herkent de uiterlijke gedragssignalen van een jong kind doorgaans slecht of veel te langzaam. Hij/zij reageert daardoor vaak minder adequaat of sensitief op de jeugdige. Zowel signalen van onlust of pijn, maar ook signalen van tevredenheid of blijdschap worden minder goed herkend. De LVB ouder reageert te weinig of juist te veel;
- de ouder onderschat of overschat het kind: op veel te jonge leeftijd doet het kind
allerlei dingen zelfstandig, die (in de ogen van de omgeving) de ouder zou moeten doen. Of juist andersom: de ouder blijft het kind maar helpen en biedt het te weinig ruimte en zelfstandigheid; - zijn erg onzeker als ouder. Ouders met een beperking hebben al zo vaak gefaald in hun leven dat ze ook niet meer dúrven. Bovendien zijn ze vaak niet gewend om hun gevoelens te bespreken. Hun netwerk is vaak zo beperkt dat er niemand is om mee te sparren. Ze denken dat zij de enigen zijn die tegen bepaalde problemen aanlopen;
- gezinnen waarbij sprake is van LVB bij een van de ouders hebben meestal beperkte en instabiele netwerken. Zij hebben in de samenleving een lage economische status en verkeren geregeld in een sociaal isolement. Vaak missen ze goed voorbeeldgedrag van ouders, zeker als er in vorige generaties ook sprake is van verstandelijke beperkingen.
Bij ouders met een LVB zien we vaker een pedagogisch onvermogen en verwaarlozing of mishandeling van hun kinderen. Ook komen een LVB, psychiatrische stoornissen en verslavingen bij deze ouders relatief vaak voor en hebben de gezinsleden geen of weinig contact buiten het gezin of de directe familie. In veel gezinnen van kinderen met een LVB is er dus sprake van voortdurende spanningen op verschillende gebieden en kan men eigenlijk spreken van chronische stress [248].
Overigens ervaren niet alle LVB ouders problemen met de opvoeding. Onderzoek laat zien dat er een grote diversiteit is binnen de doelgroep [244]. Een deel van de LVB -ouders functioneert prima en behoeft geen professionele ondersteuning. Toch is oplettendheid wel geboden. Uit onderzoek blijkt dat twee derde van de Nederlandse gezinnen waarbij één of beide ouders LVB hebben, niet ‘goed genoeg’ functioneert als ouder [246]. Goed genoeg’ ouderschap definiëren we hier als ouderschap waarbij de ouders minimaal over de volgende vaardigheden beschikken [218]. Ouders zijn in staat om …
- hun kind liefde en affectie te geven;
- hun kind te verzorgen (voeding, hygiëne, gezondheid);
- hun kind te beschermen en veiligheid te bieden (toezicht houden);
- hun kind van een stimulerende omgeving voorzien.
Er is geen sprake meer van ‘goed genoeg ouderschap’ als het welzijn en de ontwikkeling van de jeugdige in het gedrang komt doordat bij ouders het evenwicht tussen hun draagkracht en draaglast verstoord is geraakt. Het opvoeden is in een dergelijke situatie een bron van teleurstelling, verdriet en problemen geworden. Kinderen krijgen onvoldoende fysieke, affectieve, morele, intellectuele of sociale ondersteuning. Of het ouderschap van ouders met LVB als ‘goed genoeg’ beoordeeld kan worden, hangt af van de balans tussen de beschermende en bedreigende factoren [243]. Over het algemeen zijn ouders met LVB zowel in sociaal opzicht als in economisch en cultureel opzicht in het nadeel. Ouders met LVB hebben meer behoefte aan ondersteuning, terwijl ze tegelijkertijd minder (makkelijk) toegang hebben tot reguliere bronnen van ondersteuning van buren, andere ouders en vrienden. Verder is hun economische positie vaak zeer zwak en is er minder maatschappelijke goedkeuring voor het ouderschap bij mensen LVB problematiek [243]. Kortom: bij een groot deel van de gezinnen met LVB kan de balans tussen risico- en beschermende factoren in het nadeel uitpakken voor hun kinderen, waardoor het opvoedgedrag niet meer als ‘goed genoeg’ getypeerd kan worden en de ontwikkeling van hun kinderen bedreigd wordt.
Functioneert een van de ouders (of beide ouders) op het niveau van een LVB?
De volgende tips en mogelijkheden zijn overgenomen uit de Handreiking vroegsignalering van LVB:
- MEE biedt opvoedingsondersteuning aan ouder(s) met een LVB. Er is een brochure van MEE met meer informatie over LVB problematiek bij ouders (www.mee.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad)
- Het Landelijk Kenniscentrum LVB publiceerde een overzicht van regionale initiatieven in de opvang, begeleiding en ondersteuning van jonge ouders met een LVB, met links naar websites van die initiatieven ( www.kenniscentrumlvb.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad)
- De website ‘Wat werkt’ van het ‘Werkgezelschap Ouderschap en Kinderwens’ biedt informatie en antwoorden op veel gestelde vragen van onder andere JGZ professionals (www.watwerktvoorouders.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad)
- Het expertisecentrum van de William Schrikker Groep (WSG) biedt informatie over LVB en opvoeden ( www.williamschrikkergroep.nu Deze linkt opent in een nieuw tabblad)
- Een PowerPoint-presentatie van Cordaan (Amsterdam) over moederschap bij cliënten met een LVB is beschikbaar ( www.kennispleingehandicaptensector.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad)
- Een factsheet van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) met als titel ‘Wat werkt bij licht verstandelijk beperkte ouders?’ ( www.nji.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad )
- De Amerpoort ontwikkelde een handreiking voor ondersteuning van ouders met een verstandelijke beperking: http://www.amerpoort.nl/ Deze linkt opent in een nieuw tabblad.