Deze richtlijn is bedoeld voor JGZ-professionals (dit zijn jeugdartsen, verpleegkundig specialisten*, jeugdverpleegkundigen, doktersassistenten) en beoogt richtinggevend te zijn bij het handelen tijdens contacten met individuele 0-18 jarigen en hun ouders/verzorgers.
De richtlijn ‘Ondergewicht’ beschrijft het normale gewichtsverloop en de begrippen ondergewicht en ondervoeding en geeft handelingsaanbevelingen ten behoeve van:
- het monitoren van het gewicht en het signaleren van ondergewicht en ondervoeding;
- het verwijzen bij ondergewicht en/of een afbuigende gewichtscurve;
- de advisering bij ondergewicht.
In de richtlijn worden vragen van JGZ-professionals beantwoord. Deze vragen werden voorafgaand aan de ontwikkeling geprioriteerd en geformuleerd tijdens een knelpuntenanalyse onder leiding van de Argumentenfabriek [92]. Een projectgroep van TNO schreef de teksten voor de richtlijn geschreven in samenwerking met een werkgroep met vertegenwoordigers van JGZ-professionals, ouders en diverse andere experts (zie ook sectie Totstandkoming). De teksten zijn mede beoordeeld door een klankbordgroep en door professionals en andere belanghebbenden tijdens een landelijke commentaarronde. Vier JGZ-organisaties hebben de richtlijn in de praktijk getest.
Op 4 maart 2019 heeft de Richtlijn Adviescommissie (RAC) de richtlijn geautoriseerd. De RAC heeft bij haar beoordeling rekening gehouden met de inhoud van de richtlijn (wetenschappelijke onderbouwing, opzet) en de voor implementatie vereiste randvoorwaarden. Parallel aan de ontwikkeling van deze richtlijn voor JGZ-professionals heeft de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) een richtlijn geschreven over de diagnostiek, behandeling en follow-up bij kinderen en adolescenten met ondergewicht en/of een afbuigende gewichtscurve. Op de punten waar de richtlijnen overlappen of op elkaar aansluiten heeft afstemming plaatsgevonden.
*De verpleegkundig specialist preventieve zorg is een verpleegkundige met een BIG geregistreerde masteropleiding die werkzaamheden van het medisch domein combineert met die van het verpleegkundig domein binnen het eigen deskundigheidsgebied en zij werkt op expertniveau. Zij is binnen dit expertisegebied o.a. bevoegd om zelfstandig te werken, diagnoses te stellen en te verwijzen waar nodig is. De verpleegkundig specialist is lid van het JGZ team, zij maakt net als de andere teamleden gebruik van de expertise van collega’s en speciaal van de jeugdarts als het gaat om complexe medische problematiek.