De richtlijn Opvoedingsondersteuning is bedoeld om de preventie, signalering en aanpak van opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) te onderbouwen en te stroomlijnen en de kwaliteit van de opvoedingsondersteuning aan ouders en jeugdigen in de JGZ te verbeteren. Zij wil professionals in de JGZ aanwijzingen verschaffen voor de keuze van signaleringsinstrumenten, de wijze van communicatie en besluitvorming met ouders in geval van zorgen of problemen over de opvoeding, de in te zetten interventieprogramma’s en de te verwerven competenties. Deze richtlijn is specifiek gericht op:
- vragen die ouders hebben over het opvoeden aan medewerkers in de JGZ;
- de (anticiperende) voorlichting over de opvoeding die de JGZ verstrekt vanuit
- haar collectieve preventieve opdracht;
- signalen die JGZ-professionals opvangen over eventuele opvoedingsproblemen;
- de voorlichting, advisering en (lichte) hulp aan ouders en jeugdigen;
- de inschakeling van gespecialiseerde expertise (gedragswetenschappers en andere specialistische zorgverleners) binnen of buiten het CJG.
De richtlijn is zeker geen handboek voor de toepassing van signaleringsinstrumenten of afzonderlijke (interventie)programma’s voor opvoedingsondersteuning. Daartoe dienen specifieke handleidingen. Ook vindt u geen concrete informatie over de antwoorden op specifieke opvoedvragen. Wel worden daartoe de bronnen aangereikt.
Bij de beroepsgroepen die zich in de JGZ bezighouden met het opvoeden van jeugdigen bestaat behoefte om te komen tot een eenduidige en gezamenlijke ketenaanpak rond opvoedingsondersteuning. De nadruk in deze richtlijn ligt op de professionals in de jeugdgezondheidszorg, maar er is ook aandacht voor professionals die soms binnen
de JGZ werkzaam zijn en soms daarbuiten (onder meer in het CJG), zoals pedagogen, gedragswetenschappers en maatschappelijk werkers. Deze richtlijn is daarom geplaatst in het licht van de CJG-ontwikkeling en de transitie van de jeugdzorg. Uniforme anticiperende voorlichting en eventueel advisering, zoveel mogelijk gebaseerd op evidence based informatie maar in ieder geval practicebased, zijn nodig.
Voor ouders moeten de adviezen acceptabel zijn, aansluiten bij hun behoeften en die van hun kind, en passen bij hun visie over opvoeding en de zorg rond hun kind. De adviezen en voorlichting moeten begrijpelijk zijn voor ouders met diverse niveaus van scholing, basisvaardigheden, basiskennis, abstractievermogen en beheersing van het Nederlands.