2.5.14 Geneesmiddelen (Kindfactor)

JGZ richtlijn Preventie wiegendood (2017)

Preventie wiegendood

In onderzoek is aangetoond dat sederende medicatie een nadelige invloed kan hebben op het wekmechanisme van jonge kinderen. Anesthetica dempen de perifere ademhalingssensor voor zuurstof in de glomus caroticum; pijnstillers dempen de centrale ademhalingssensor voor koolzuur [30]

De eerste generatie antihistaminica (o.a. promethazine [Phenergan], dimetindeen [Fenistil], ketotifen [Zaditen]) vergroten de kans op ademdepressie, slaapapnoe en zijn geassocieerd met wiegendood (Kahn 1982). Van de tweede generatie niet-sederende antihistaminica is alleen van cetirizine in een klein en zeer kortlopend dubbelblind gerandomiseerd onderzoek aangetoond dat het bij zuigelingen vanaf 6 maanden geen schadelijke bijwerkingen heeft, zoals somnolentie of verlengd QT interval ([153][154]). Verder onderzoek naar de veiligheid lijkt geboden. 

Deptropine is om dezelfde reden in 2002 uit de handel genomen. 

Cisapride [Prepulsid], toegepast wegens gastro-oesofageale reflux, staat om een andere reden in een slecht daglicht. Het verlengt het QTc-interval en kan bij aangeboren Lang QT-Syndroom soms tot dodelijke hartritmestoornissen aanleiding geven. Met name preterm geborenen en kinderen met een ALTE (‘apparent life threatening event’) in de anamnese lijken hierdoor een vergroot risico op wiegendood te lopen [81]. Terughoudendheid bij de toepassing van cisapride en zo nodig alleen geprotocolleerde toepassing na ECG controle is aan te bevelen [95]. Vanaf 1 januari 2005 is alleen nog Prepulsid pediatriesuspensie 1 mg/ml beschikbaar, indien voorzien van een verklaring van een kinderarts.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback