2.3.3 Gevolgen taalachterstand

JGZ richtlijn Taalontwikkeling (2018, aanpassingen 2023)

Taalontwikkeling

Gevolgen van taalachterstand 

Kinderen met TOS ondervinden vaker problemen in het dagelijks functioneren dan kinderen zonder TOS [11][106]. Begrijpen, spreken, contact maken en denken beïnvloeden elkaar namelijk voortdurend. Taalstoornissen kunnen de ouder-kindrelatie in negatieve zin veranderen en tot opvoedingsproblemen leiden. Taal is ook een belangrijk instrument voor het aangaan en continueren van andere sociale relaties, zoals vriendschappen. Vrienden besteden een groot deel van hun tijd samen aan praten met elkaar. Problemen in de taalontwikkeling kunnen dan ook leiden tot onbegrip en lagere kwaliteit van de vriendschap. Kinderen en adolescenten met TOS ervaren een lagere acceptatie, hebben minder vriendschappen, worden vaker gepest en zijn vaker angstig dan leeftijdsgenoten zonder TOS (o.a. [60][34]). Dit begint op zeer jonge leeftijd: al op driejarige leeftijd mijden leeftijdsgenootjes zonder taalproblemen verbale interacties met kinderen met TOS [42].  Kinderen met hardnekkige taalstoornissen hebben bovendien meer risico op het ontwikkelen van psychische stoornissen, zoals depressie, angststoornis en sociale fobie. (o.a. [24]). 

Een taalachterstand op jonge leeftijd kan gevolgen hebben voor het maatschappelijk functioneren op volwassen leeftijd; het taalniveau bepaalt namelijk mede het schoolsucces en daarmee iemands positie in de maatschappij. Iemand die de taal onvoldoende beheerst om goed te leren lezen en schrijven, blijft laaggeletterd. Voor deze mensen is het moeilijk om talige informatie te begrijpen. Volwassenen met TOS hebben vaker een lager opleidingsniveau, zijn vaker werkloos, hebben vaker een sociale fobie en wonen vaker bij hun ouders [21][2][84][14][51].

Taalproblemen bij kinderen met TOS zijn hardnekkig; driekwart van de vijfjarigen met TOS heeft op twaalfjarige leeftijd nog steeds problemen [91]. De kans dat de problemen aanhouden is onafhankelijk van factoren als opleiding van de moeder, sociale status van het gezin en of het kind thuis wordt voorgelezen [109]. Het verloop is wel beïnvloedbaar door therapie. TOA heeft een goede prognose als het taalaanbod verbetert. Overlap met de groep kinderen van ouders met (zeer) beperkte gezondheidsvaardigheden – in Nederland is dat ruim een kwart van de volwassen populatie – is echter groot. 

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback