3.6.1 Onderzoek door de JGZ

JGZ richtlijn Voeding en eetgedrag (2013, aanpassing 2017)

Voeding en eetgedrag

Aangezien de vraagstelling aan de ouders en/of jongeren bij alle leeftijdscategorieën overeenkomen en het onderzoek en de verwijscriteria op dezelfde wijze door de JGZ worden uitgevoerd respectievelijk gehanteerd is onderstaand schema toe te passen bij de kinderen op de basisschool en het voortgezet onderwijs. Bij laaggeschoolde ouders en/of ouders die het Nederlands slecht beheersen dienen de professionals rekening te houden met de wijze van vragen en de eventuele vragenlijsten.

Basisanamnese, vragen die altijd gesteld worden (eventueel via vragenlijst)

 

 

 

 

 

Aanvullend voor 10-11 jaar en ouder

  • Welbevinden van het kind (sociaal-emotioneel, malaise, moeheid, lusteloosheid, snel koud)
  • Vrijetijdsbesteding/lichaamsbeweging /sporten (wat, hoeveel).
  • Eetlust (verandering van eetlust voor of na ziekte, recidiverende koortsperioden).
  • Defecatie (diarree, obstipatie, ontkleurde ontlasting, bloedbijmenging).
  • Mictie (urineweginfectie).
  • Gebruik van medicijnen.

 

  • (Beginnende) puberteitsontwikkeling, menarche, menstruatiepatroon.
  • Alcohol- en drugsgebruik.
Specifieke anamnese

Aan de ouder:

  • Heeft uw kind een goede eetlust?
  • Maakt u zich zorgen over het eten van uw kind (te veel, te weinig, overmatige gerichtheid op gewicht en voeding, anticipatoir kokhalzen, pathologisch eetgedrag (zie paragraaf 4.6)?
  • Hoe gaat u met het eetgedrag van uw kind om?

Aan de tiener:

  • Hoe is je eetlust?
  • Heb je problemen met eten?
  • Gebruik je eten als troost of compensatie?
  • Lijn je? Eet je bepaalde dingen niet of juist heel veel?
Biometrie
  • Lengte
  • Gewicht
Ontwikkelingsonderzoek Kinderen 5-6 jaar Baecke-Fassaert-motoriektest; eventueel
aanvullende vragenlijsten SDQ/KIVPA.
Bij problemen en/of afwijking biometrie
  • Uitgebreide voedingsanamnese (wat, hoeveel, wanneer); voedingsdagboek.
  • Lichamelijk onderzoek.
  • Verwijs-/alarmsymptomen (4.6) nagaan en zo nodig de SCOFF of ESP afnemen bij verdenking op klassieke eetstoornis.

Lichamelijk onderzoek

 

 

 

Aanvullend voor 10-11 jaar en ouder

  • Algemene indruk, voedingstoestand, BMI.
  • Aspect en kleur van huid en slijmvliezen.
  • Mond (cariës), keel, neus en oren.
  • Hart en longen.
  • Abdomen (obstipatie).
  • Bloeddruk (bij overgewicht, vanaf 5 jaar).

 

  • Puberteitsontwikkeling.
  • Middelomtrek (bij adolescenten).
Zijn er verwijs-/alarmsymptomen aanwezig?
  • Verwijzen naar de huisarts of indien mogelijk rechtstreeks naar de kinderarts.
Zijn er geen verwijs-/alarmsymptomen aanwezig?
  • Voedingsadvies/begeleiding door jeugdarts, verpleegkundig specialist of diëtist (zie paragraaf 6.3 of bijlage 2 Deze linkt opent in een nieuw tabblad)

    en/of
     

  • Pedagogisch-gedragsmatig advies/begeleiding door jeugdverpleegkundige, verpleegkundig specialist of pedagoog van het CJG (zie 7.3).

Belangrijk is hier te vermelden dat eetstoornissen gepaard kunnen gaan met een normale BMI. Specifieke fysieke kenmerken van een klassieke eetstoornis, zoals lanugobeharing of gebitserosie door braken, worden vaak pas zichtbaar bij een BMI die, afhankelijk van de leeftijd, onder de 13-17 ligt.

 

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback