Doel: (Verdere) risico-inschatting bij het meisje zelf en bescherming van jongere zusjes.
Gespreksvoering: In deze leeftijdsgroep staat het gesprek met het meisje zelf centraal. Het is vaak zinvol om het gesprek indirect te beginnen door te vragen naar klachten bij plassen, menstruatie of seksuele ontwikkeling. Vragen zoals: “Heb je pijn bij het plassen?” of “Hoe verloopt je menstruatie?” kunnen helpen om te achterhalen of er sprake is van VGV-gerelateerde klachten. Als het meisje openstaat voor verder gesprek, kan de JGZ-professional vragen: “Weet je of het in jouw familie gewoonte is om meisjes te besnijden?” of “Hoe denk je zelf over meisjesbesnijdenis?” en doorvragen naar hoe zij en haar omgeving dit ervaren: “Wordt er binnen jouw familie of gemeenschap nog over meisjesbesnijdenis gesproken?”.
Als het meisje niet openstaat voor verder gesprek, is het belangrijk dat de JGZ-professional de situatie accepteert en ruimte biedt voor het meisje om dit op haar eigen tempo te bespreken. De JGZ-professional moet het gesprek dan niet verder voeren als het meisje daar nog niet aan toe is, maar wel aangeven dat het meisje zelf mag aangeven wanneer ze er klaar voor is om hierover te praten. Daarnaast kan de professional aanbieden om het onderwerp op een later moment te bespreken, eventueel met een sleutelpersoon. Het is belangrijk om het meisje de controle te geven over het moment waarop het gesprek plaatsvindt, zodat ze zich veilig en gehoord voelt.
Meisje wil niet besneden worden: Als het meisje aangeeft dat ze bang is voor een mogelijke besnijdenis, volg dan de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Geef het nummer van Veilig Thuis, neem samen contact op met Veilig Thuis of neem na toestemming van het meisje zelf contact op met Veilig Thuis. Stimuleer het meisje om steun te zoeken bij vertrouwenspersonen en biedt de mogelijkheid aan om in gesprek gaan met het meisje en een sleutelpersoon.
Gesprekken bij vermoeden van reeds uitgevoerde VGV: Stel gerichte vragen over eventuele klachten:
– “Heb je pijn tijdens het plassen? Hoe lang duurt het voordat je kunt plassen?”
– “Heb je buikpijn of problemen met menstruatie? Hoeveel dagen duurt je menstruatie?”
– “Heb je het gevoel dat je blaas niet helemaal leeg raakt na het plassen?”
– “Verlies je urine bij fysieke inspanning, zoals bij het rennen?”
Indien het meisje klachten ervaart of recent besneden is, volg de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Meer informatie hierover is beschikbaar in de Leidraad Kindermishandeling (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG), 2019) en de JGZ richtlijn Kindermishandeling.
Aandachtspunten bij de samenwerking met scholen:
– Verhalen en geruchten zijn niet altijd de juiste signalen. Probeer eerst na te gaan hoe de geruchten zijn ontstaan en waar de verhalen vandaan komen. Een valkuil is om elke vakantie te zien als een ‘risicovakantie’ of elke vakantieziekte op te vatten als ‘ziek van de besnijdenis’.
– Realiseer je dat in Nederland ook ouders uit VGV-risicolanden wonen die tegen meisjesbesnijdenis zijn en daar voor uitkomen. Zij willen hun dochters niet laten besnijden. Leg bij deze ouders de nadruk op het met elkaar in gesprek willen blijven over deze traditie.
– Waak ervoor dat het meisje het slachtoffer wordt van haar eigen openhartigheid. Probeer signalen in overleg met de school bespreekbaar te maken met de ouders.