1.2.4 Kolven

Richtlijn Borstvoeding (2015, JGZ, multidisciplinair)

Borstvoeding

Bij moeder en/of kind kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor de baby niet rechtstreeks uit de borst kan drinken. In Tabel 1 staan voorbeelden van redenen om te kolven. Hierbij bestaat een onderscheid tussen kolven voor het opbouwen van de melkproductie en voor het op peil houden van de productie. Als de borsten onvoldoende zijn geleegd, kan de moeder nakolven.
 

Tabel 1: Redenen om te kolven

Moeder en kind zijn van elkaar gescheiden (bijvoorbeeld door ziekenhuisopname of activiteiten buitenshuis zoals werk).
De baby is tijdelijk niet of onvoldoende in staat om zelf volledig aan de borst te drinken.
Er wordt getracht de tepels wat meer naar voren te laten komen (bijvoorbeeld bij ingetrokken tepels).
Er is sprake van pathologische stuwing.
De moeder gebruikt medicijnen waarbij borstvoeding wordt afgeraden.
De baby heeft al een aantal keren niet goed aan de borst gedronken en de borst moet worden geleegd.
De moeder wil incidenteel een voeding overslaan.
De moeder wil haar melkproductie verhogen.
De moeder wil melk doneren aan de moedermelkbank.

Een moeder kan veel stress ervaren als zij de melkproductie op gang moet brengen door middel van kolven. De emotionele respons van de moeder op haar baby ontbreekt, waardoor de melk minder makkelijk toeschiet. Het heeft daarom de voorkeur om, als het enigszins mogelijk is, te kolven naast de baby. De uiteindelijke productie zal afhangen van veel factoren, zoals de duur, frequentie en techniek van het kolven. Het is belangrijk dat een moeder goed passend materiaal gebruikt om beschadiging van de tepel te voorkomen. Daarnaast is goede hygiëne essentieel: handen wassen voor het kolven en bewaarflessen en kolfapparaat reinigen volgens instructie.

Opbouwen van de melkproductie 

Als het regelmatig aanleggen van de baby vanaf de geboorte niet mogelijk is, kan een moeder de melkproductie opbouwen door te starten met kolven. Hiermee wordt gestart zodra haar conditie dit toe laat, maar bij voorkeur binnen zes uur na de bevalling[16];[18];[19];[20]. De moeder kolft dan ongeveer even vaak als de baby aan de borst zou drinken: in de eerste weken minimaal acht keer per 24 uur, waarvan een keer ’s nachts. Het principe van vraag- en aanbod regelt ook nu de melkproductie. Een effectieve methode om de melk te laten toeschieten, is zachte tactiele stimulatie van de borsten (borstmassage) vlak voor de afkolfsessie[16];[18];[19];[20]. Hierdoor neemt het oxytocinegehalte in het bloed toe[20]. Prettige omstandigheden maken het toeschieten en kolven gemakkelijker. Denk bij prettige omstandigheden aan een rustige omgeving, ontspannende muziek en kijken of luisteren naar de baby. Kijken naar beelden van de baby en het ruiken van de geur van de baby kunnen ook stimulerend werken. De moeder kan één of twee borsten tegelijkertijd kolven. Dubbelzijdig kolven vermindert de kolftijd en verhoogt de melkproductie[16];[18];[19];[20]. Door een hogere opbrengst bij het kolven, neemt de melkproductie gemakkelijker toe[16];[18];[19];[20].

Op peil houden van de melkproductie 

Als de borstvoeding goed op gang is gekomen, kan een moeder haar melk kolven als ze incidenteel niet bij haar baby kan zijn. Zo kan ze de productie op peil houden, zodat haar baby geen kunstmatige zuigelingenvoeding hoeft te krijgen[16];[18];[19]. De moeder kan dan iedere ‘gemiste’ voeding kolven. Welke methode zij kiest, zal afhangen van haar persoonlijke omstandigheden[16];[18];[19]. Hieronder worden de verschillende kolfmethoden besproken.

Kolfmethoden 

Kolven met de hand (zonder hulpmiddelen)
Kolven met de hand is de meest natuurlijke manier van kolven. Door het contact van de handen met de borst raakt een moeder vertrouwd met de voedende functie van haar lichaam. Ze kan in de eerste dagen kostbare druppels colostrum op een lepeltje kolven en die rechtstreeks aan haar baby geven, zodat er niks verloren gaat. Een moeder kan veel profijt hebben van deze methode en het is belangrijk dat de zorgverlener haar deze methode kan uitleggen. Kolven met de hand kan de spanning verminderen, waardoor de baby gemakkelijker kan happen. Wanneer de baby niet aan de borst kan drinken, kan de borst met de hand worden leeg gekolfd. De melk kan vervolgens op een andere manier aan de baby worden gegeven.

Er zijn verschillende methodes om met de hand te kolven:

  • Kolven met de hand: Eerst de toeschietreflex opwekken d.m.v. zachte massage van de borsten. Wanneer de melk toeschiet: zet duim en wijsvinger van een hand tegenover elkaar op de rand van de tepelhof. Beweeg de hand nu in de richting van de borstkas, zonder de vingers over de huid te laten glijden. Duw de duim en wijsvinger vervolgens naar elkaar toe en dan weer in de richting van de tepel. Ook hierbij mogen de vingers niet over de huid bewegen of wrijven. Herhaal deze beweging met de duim en wijsvinger na een paar keer op een andere plaats rond de tepelhof.
  • Kolven met twee handen: De hierboven beschreven methode wordt met beide handen op beide borsten tegelijk toegepast.
  • Kolven met een elektrische kolf: Deze methode wordt veel gebruikt door moeders die gedurende langere tijd kolven, bijvoorbeeld door een buitenshuis werkende moeder die haar kind moedermelk wil geven door op het werk te kolven.

Er zijn verschillende methodes om elektrisch te kolven:

  • Enkelzijdig: Eerst wordt de ene borst leeg gekolfd en vervolgens de andere. De kolfsessie duurt inclusief voorbereiding en opruimen gewoonlijk ongeveer 30 tot 60 minuten.
  • Dubbelzijdig: Beide borsten worden tegelijkertijd gekolfd. De kolfsessie duurt inclusief voorbereiding en opruimen gewoonlijk ongeveer 20 tot 45 minuten.

Kolven met een handkolf
Handkolven kunnen worden gebruikt als de borstvoeding goed op gang is gekomen.
De zorgverlener legt de moeder uit hoe ze zich op het kolven kan voorbereiden en de toeschietreflex kan opwekken. Tevens wordt uitleg gegeven over hoe de moeder de zuiger of de hendel van de kolf zodanig kan bedienen dat ze de zuigkracht en de zuigfrequentie goed kan reguleren.

Vrouwen horen tijdens de zwangerschap voorlichting te krijgen over kolven (onder andere uitleg over verschillende kolfmethoden). De volgende aspecten komen dan ook ter sprake:

  • De eerste keren worden er geen of slechts enkele druppels melk gekolfd.
  • De hoeveelheid en kleur van de gekolfde moedermelk kan per kolfsessie variëren.
  • Er kan een spoortje bloed in de melk aanwezig zijn; dit is geen probleem voor de baby. Wel is het van belang uit te zoeken waar het bloed vandaan komt. In geval van kloven is het zaak de kolftechniek en/of de aanlegtechniek te verbeteren.
  • De hoeveelheid afgekolfde melk is vaak minder is dan dat wat een kind uit de borst drinkt. Er kan daarom op basis van de hoeveelheid afgekolfde melk geen uitspraak worden gedaan over de werkelijke melkproductie.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback