2.2 Prevalentie en spreiding

JGZ richtlijn Pesten (2014)

Pesten

2.2.1 Prevalentie van spreiding

Een substantieel deel van de schoolgaande kinderen wordt gepest of pest zelf. Cijfers over de prevalentie van pesten lopen uiteen, doordat de gebruikte definities verschillen, de studieopzet wisselt en de gehanteerde meetinstrumenten niet overeenstemmen in de uitgevoerde studies. In Nederland komt uit verschillende studies naar voren dat 16 tot 27% van de kinderen wordt gepest [1][19]

Een internationale cohortstudie in 11 Europese landen toont dat gemiddeld 20,6% van de kinderen van 8 tot 18 jaar last heeft van pesten. Dit percentage is onder de 1850 Nederlandse kinderen significant meer: 26,6% (OR 1,68 [1,38-2,01] )[1]. Fekkes toonde in zijn onderzoek onder 2766 Nederlandse kinderen in de leeftijd van 9 tot 11 jaar dat 16,2% regelmatig (een paar keer per maand of meer) werd gepest [19]. Enkele studies hebben gekeken of de prevalentie door de jaren heen verschilt. In een Scandinavische studie werd onder kinderen van 2 tot 17 jaar een kleine stijging van de prevalentie van pesten geobserveerd, van 13,7% in 1984 naar 16,4% in 1996 [39]. Santalahti vond onder 8-jarige Finse kinderen echter een daling van het aantal kinderen dat pest of gepest werd in 1999 en opzichte van 1989 [44]. Een deel van de kinderen pest én wordt gepest. Nansel observeerde onder 15.686 kinderen in de VS dat 29,9% betrokken was bij pesten: 13,0% als pester, 10,6 als gepeste en 6,3% als zowel pester als gepeste [38].

2.2.2 Verschil in pestgedrag per leeftijd en per geslacht

De prevalentie van pesten neemt gedurende de basisschoolleeftijd toe, heeft een piek op de leeftijd van 8 tot 11 jaar en neemt vervolgens weer af gedurende de middelbareschoolleeftijd [11][20][63].
Een cohortstudie in Nederland toonde de volgende prevalenties van pesten voor afzonderlijke leeftijdsgroepen: in de leeftijd van 8 tot 11 jaar werd 30,9% gepest, op 12- tot 15-jarige leeftijd 24,7% en op 16- tot 18-jarige leeftijd 22,4% [1]

Finkelhor onderzocht onder 2030 kinderen uit de Verenigde Staten in de leeftijd van 2 tot 17 jaar het voorkomen van pesten. Hij toonde aan dat pesten niet continu met de leeftijd toeneemt. Fysiek pesten kwam het meeste voor in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar. Emotioneel pesten bereikt ook in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar het hoogste aantal, maar blijft even hoog in de leeftijd van 10 tot 13 jaar en neemt daarna af in de leeftijd van 14 tot 17 jaar. Wel werd opgemerkt dat het herkennen van pesten niet op alle leeftijden gelijk werd onderzocht en zelfgerapporteerd of oudergerapporteerd is, waardoor de resultaten beïnvloed kunnen zijn [20]. Onderzoek van Nansel bevestigt het patroon naar leeftijd [38]. Olweus liet ook zien dat op de leeftijd van 8 tot 10 jaar meer kinderen gepest worden. Echter dit verschil wordt niet gezien bij de pesters, omdat oudere kinderen geregeld jongere kinderen pesten[41].

In meerdere onderzoeken is aangetoond dat meer jongens dan meisjes pesten of worden gepest, vooral op jonge leeftijd. Direct (fysiek) pesten komt meer voor bij jongens, indirect pesten door roddelen en het manipuleren van vriendschappen (o.a. buitensluiten of vriendinnen afpakken) komt even vaak voor bij jongens als bij meisjes [57]
Als aan kinderen/jongeren in de leeftijd van 8 tot 18 jaar wordt gevraagd naar de definitie van pesten, rapporteren jongere kinderen vaker direct pesten. Indirect pesten wordt meer door oudere kinderen en meisjes genoemd [78]. Pesten bij 0- tot 4-jarigen wordt beschreven in sectie 2.3 ‘Pesten bij 0-4-jarigen’.

Aanbevelingen

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback