2.3 Verwijzen bij afwijkende lengtegroei 

JGZ richtlijn Lengtegroei (2019)

Lengtegroei

Deze subsectie beschrijft de criteria voor verwijzing bij een kleine en grote lengte: deze zijn uitgesplitst naar leeftijdsgroepen.

De eindverantwoordelijkheid voor een eventuele verwijzing ligt bij de jeugdarts of verpleegkundig specialist. Niet elk consult wordt uitgevoerd door een jeugdarts of verpleegkundig specialist. Om die reden dienen de jeugdverpleegkundigen en (dokters)assistenten met de jeugdarts of verpleegkundig specialist te overleggen bij een afwijkende lengtegroei (indien dit nog niet eerder is gebeurd). De jeugdarts of verpleegkundig specialist bepaalt vervolgens aan de hand van het groeipatroon, de anamnese, het lichamelijk onderzoek (uit te voeren door de jeugdarts of verpleegkundig specialist) en de verwijscriteria voor kleine of grote lengte of verwijzing geïndiceerd is. De jeugdarts of verpleegkundig specialist mag rechtstreeks naar de kinderarts verwijzen. Dit zal steeds in goed overleg met de huisarts dienen te gebeuren met een kopie van de verwijsbrief en de bijbehorende groeicurve en de verschillende meetpunten van een kind voor de beoordeling. Hiervoor zullen lokale afspraken gemaakt moeten worden.

Als de jeugdarts of verpleegkundig specialist wordt geconfronteerd met een kind met een ongewoon groeipatroon (bijvoorbeeld een forse afbuiging van de groei), waarbij de lengte echter nog in het normale bereik is (wat bijvoorbeeld kan voorkomen bij lange ouders), wordt aanbevolen om laagdrempelig contact op te nemen met een kinderarts/huisarts. 

 

Aanbevelingen

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback