3.1 Kernpunten

JGZ-richtlijn Ouder-kind relatie

Ouder - Kind relatie

Kernpunten

Zie tabel 2.2

Het ontstaan van een verstoring in gehechtheidsrelatie kan globaal te maken hebben met kenmerken en gedrag van de ouder(s), van de gezins- en leefomstandigheden, van de jeugdige. Tabel 2.2 geeft een overzicht de belemmerende en beschermende factoren. Beide typen factoren moeten gewogen worden in de context. Vaak is het een combinatie van factoren die maakt dat de gehechtheidsrelatie tussen ouder en kind niet optimaal tot stand komt. 

Beschermende factoren kunnen tegenwicht kunnen bieden aan belemmerende factoren. Belemmerende factoren op het niveau van de ouder kunnen moeilijker gecompenseerd worden door beschermende factoren op kindniveau (Richter, 2002; van IJzendoorn, 2008[95]). Om die reden wordt door experts verondersteld dat de kenmerken van de ouder een zwaardere stempel drukken op de gehechtheidsrelatie dan de kenmerken van het kind (van IJzendoorn, Goldberg, Kroonenberg, & Frenkel, 1992).

Tabel 2.2: Beschermende en belemmerende factoren bij de ouder(s), de jeugdige en in de gezinsomstandigheden die een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van de gehechtheidsrelatie tussen ouders en kinderen (aangepast overgenomen uit Detmar, 2018[93]; ook is gebruik gemaakt van Visser, 2019[115]; en https://www.risicofactorenouderkindrelatie.nl/risicofactoren). In dit overzicht zijn alleen factoren opgenomen waarvoor in de wetenschappelijke literatuur aanwijzingen zijn gevonden. 

Beschermend: Belemmerend:

OUDER(S)

  • Fysieke gezondheid
  • Mentale gezondheid 
  • Gewenste zwangerschap
  • Ongecompliceerde zwangerschap en bevalling
  • Vertrouwen in de eigen kwaliteit als opvoeder
  • Afgeronde opleiding (Bijv. een afgeronde startkwalificatie): meer kans op werk en stabiel inkomen.
  • Positieve ervaringen vanuit de eigen voorgeschiedenis die het ouderschap positief beïnvloeden
  • Veilig intern werkmodel, waardoor de ouder openstaat voor signalen en kan mentaliseren 
  • Warme, autoritatieve opvoedingsstijl
  • Kan samenwerken /gebruik maken van begeleiding

Zwangerschap en geboorte

  • Ongewenste of ongeplande zwangerschap
  • Gecompliceerde zwangerschap en/of bevalling
  • Ongezonde leefstijl, middelenmisbruik bij de moeder gedurende de zwangerschap
  • Chronische angst / paniek bij de moeder / stress gedurende zwangerschap

 

Voorgeschiedenis en functioneren ouder

  • Ernstige of chronische medische aandoening (doof- blindheid)/ lichamelijke beperking
  •  Stress
  • Psychische/psychiatrische klachten , zoals (postpartum) depressie, angst, of eetstoornissen 
  • Licht verstandelijke beperking (LVB) of leerstoornis
  • Negatieve jeugdervaringen (ACE’s) en trauma 
  • Criminaliteit / jeugddelinquentie / in aanraking met justitie geweest / ouder was of is in detentie
  •  (Overmatig) gebruik van verslavende middelen
  • Weinig vertrouwen in de eigen kwaliteit als opvoeder
  • De ouder staat minder open voor signalen van kind, en mentaliseert minder optimaal. 
  • Harde, autoritaire of verwaarlozende opvoedingsstijl 
  • Hulp mijdend

(GEZINS)OMSTANDIGHEDEN

  • Aanwezigheid van beide ouders
  • Stabiele en steunende partnerrelatie 
  • Sociale steun vanuit sociaal netwerk en familie
  • Stabiel en voldoende inkomen
  • Goede, passende en stabiele huisvesting
  • Klein aantal vaste verzorgers voor kind
  • Regelmatig, dagelijks contact tussen jeugdige en verzorger
  • Gezin is betrokken bij een sociale gemeenschap, zoals buurt of kerk 
  • Klein gezin (minder dan 4 kinderen, minder financiële druk, lagere stressniveaus)
  • Warm gezinsklimaat en onderlinge betrokkenheid, ouders creëren een stimulerende omgeving, positieve en ondersteunende ouder-kind interactie
  • Afwezigheid van een of beide ouders
  • Tienermoeder
  • Een eerder kind is overleden (incl. dood geboren) 
  • Conflicten in het gezin, problematische scheiding
  • Mishandeling en/of verwaarlozing
  • Weinig sociale steun
  • Sociaaleconomische risico’s: bijv. armoede, slechte huisvesting, werkloosheid
  • Frequent verhuizen
  • Wisselende verzorgers voor kind
  • Jeugdige ziet de vaste verzorger voor langere periode niet

KIND

Belemmerende factoren op het niveau van de jeugdige kunnen over het algemeen worden gecompenseerd door beschermende factoren op het niveau van de ouder(s) en het gezin.
  • Voldragen
  • Geen medische problemen/zorgen
  • Makkelijk, regelmatig temperament
  • Normale ontwikkeling
  • Normale intelligentie
  • Geen zintuigelijke beperkingen
  • Te vroeg geboren
  • Aangeboren afwijking of chronisch ziek 
  • Ontwikkelingsproblemen (o.a. autisme)
  • Verstandelijke beperking
  • Zintuigelijke beperking: zoals slechte visus, beperkt gehoor
  • Emotionele trauma’s, depressie, angst, eetstoornissen en trauma
  • Adoptie, pleegzorg met voorafgaand trauma, mishandeling of verwaarlozing
  • Prikkelbaar, onregelmatig temperament, veel huilen
Tabel 2.2

 

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback