De definitie van excessief huilen heeft alleen betrekking op gezonde, zich goed ontwikkelende baby’s. Somatische oorzaken moeten daarom altijd worden uitgesloten door de jeugdarts, huisarts of kinderarts, voordat de diagnose ‘excessief huilen’ kan worden gesteld. Men spreekt volgens de definitie van Wessel van excessief huilen, wanneer een gezond en goed gevoed maar prikkelbaar kind perioden van irritatie, jengelen of huilen laat zien van tenminste 3 uur per dag en gedurende minimaal 3 dagen per week voor een periode van ten minste 3 weken achtereen [169]. Excessief huilen kan worden gezien als een objectief te meten gegeven, bijvoorbeeld door bandopnamen te beoordelen aan de hand van de definitie van Wessel [169] of vanuit de perceptie van ouders, waarbij de ouders bepalen of het huilen voor hen al dan niet abnormaal is [94].
De verpleegkundige definitie van excessief huilen luidt: “een toestand waarin een op het oog gezonde baby perioden van veel huilen, jengelen en prikkelbaarheid laat zien, gedurende een aantal uren per dag en verscheidene dagen per week, waarbij de ouders vragen hebben en niet weten om te gaan met het huilgedrag van de baby” [27]. In de literatuur en door ouders en zorgverleners wordt vaak gesproken over koliek ofwel darmkrampjes om excessief huilen aan te duiden. Ouders en zorgverleners gaan er vaak vanuit dat er een somatische oorzaak is voor het vele huilen van zuigelingen. Dit komt tot uiting in de synoniemen voor excessief huilen zoals “krampjes” en “infantile colic”. Het vaak aanvalsgewijs huilen en het optrekken van de beentjes voeden deze gedachte.
Wanneer ouders aangeven dat hun baby veel huilt, is er in ieder geval sprake van een zorgvraag. Nadere anamnese en diagnostiek zijn dan nodig om de vraag van de ouders te begrijpen, de ernst van het huilen vast te stellen en in samenspraak met hen eventueel een passende keuze te maken uit de hulpmogelijkheden. Dit kan ook het moment zijn waarop de zorgverlener in een gesprek de autonomie van de ouders en het kind versterkt en de ouders handvatten biedt die nodig zijn voor gezonde onderlinge relaties. Door ouders hierin te versterken kan worden voorkomen dat ouders en kind in een vicieuze cirkel van negatief gedrag terechtkomen. Tijdens dit gesprek staan ouders en kind centraal. De zorgverlener kan een nieuw perspectief bieden waardoor de ouder zijn blik op zichzelf en op de baby kan verbreden en verdiepen. Het vinden van een troosthouding kan onzekerheid van ouders verminderen. Hanteringsadviezen en de principes van de video home training kunnen hierbij helpen en aangeleerd worden door het JGZ-team, waarbij deze kennis veelal al aanwezig is.
Wanneer het huilen wordt bijgehouden in een 24-uurs dagboek blijkt slechts in een derde van de gevallen dat de eerder gerapporteerde huilduur van drie uur wordt overschreden (Brugman and others 1999; [144]). Kennelijk tellen de minuten en uren dat de baby huilt zwaar voor ouders. Nadat een medische oorzaak is uitgesloten, is het in principe niet nodig om een grens te trekken bij een bepaalde hoeveelheid huilen om voor ondersteuning in aanmerking te komen. Iedere ouder die zorgen heeft over het huilen van de baby dient serieus te worden genomen.