5.3.1 Voorlichting

JGZ richtlijn Excessief huilen (2013, multidisciplinair)

Excessief huilen

Als de jeugdverpleegkundige ook overtuigd is dat het gaat om excessief huilen – dus als een lichamelijke verklaring in redelijkheid is uitgesloten – is de volgende stap het uitleggen dat het vaak gaat om een huilpatroon dat geleidelijk toeneemt, maar meestal vanzelf weer ophoudt: de meeste kinderen gaan tussen 3-4 maanden minder huilen. Het is verstandig daar aan toe te voegen dat die periode soms erg lang kan aanvoelen en zwaar kan zijn voor ouders en baby (en voor eventuele broertjes en zusjes) en dat het huilen kan samenhangen met oververmoeidheid van het kind en de ouders. 

De jeugdverpleegkundige wijst er expliciet op dat het kind lichamelijk meestal niets mankeert en hoe dat is te zien (bijvoorbeeld: de baby groeit goed en is tussen de huilbuien door aanspreekbaar in het contact). Dit is belangrijk omdat veel ouders denken dat onderliggend lijden of een ziekte een rol speelt. Daarnaast is het belangrijk ouders uit te leggen hoe stress zowel ouders als de baby kan beïnvloeden. Een baby die om enige reden (ziekte, moeheid) uit balans is, kan meer huilen of meer zorg “vragen” en daardoor de ouder(s) uit evenwicht brengen, wat weer invloed heeft op de baby, etc. Ouders die uit balans zijn (ziekte, slecht geslapen, somber), kunnen op hun beurt het gedrag van de baby (waaronder het huilen) beïnvloeden (zie bijlage 2). Ouders en baby kunnen in een vicieuze cirkel terechtkomen. Als het ouders na deze uitleg en met ondersteuning niet lukt deze cirkel te doorbreken, kunnen andere zorgverleners worden geconsulteerd, die zich kunnen richten op de gevolgen van de verstoorde interactiepatronen in het gezin. Kenmerkend voor het probleem is dat ouders nogal veel uiteenlopende, vaak tegenstrijdige adviezen krijgen van zowel leken als van ‘deskundigen’. Ouders weten daardoor vaak niet meer wat ze moeten doen. Informeer ouders over de mogelijkheden van hulp en de werkzaamheid ervan. Adviseer ouders tevens om een zorgverlener in wie zij vertrouwen hebben, diens adviezen te volgen en al het andere naast zich neer te leggen. 

Het is van groot belang de ouders actief te volgen of hen te vragen terug te komen, ook als het goed gaat. Bedenk dat steun en medeleven vaak belangrijker zijn dan de interventies zelf.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback