Het criterium voor een goede indicator is of het meetbaar is. Indicatoren zijn opgesteld over de inhoud en over de implementatie:
Inhoud
- Aantal keren dat hulp van de 2e lijn is ingeschakeld (< 5%).
- Percentage ouders dat de folder heeft gekregen, dan wel op de site is gewezen.
- Percentage ouders dat is voorgelicht over normaal huilgedrag in de eerste levensmaand, waarbij is verteld dat huilen toeneemt tot 6-8 weken en daarna weer afneemt.
- Aantal keren dat er aandacht is besteed aan huilen van de baby, per consult.
- Aantal keren dat er bij huilen “gescreend” wordt op excessief huilen.
- Percentage kinderen bij wie onderzoek gedaan is om urineweginfectie uit te sluiten?
Doelgroep: kinderen die ernstig excessief huilen onder de leeftijd van 4 maanden.
- Aantal keren dat een differentiaal diagnose bij excessief huilen is afgenomen.
- Percentage kinderen bij wie is nagegaan of er sprake is van veel stressfactoren en/of angst en/of somberheid bij ouders. Doelgroep: kinderen die excessief huilen.
- Percentage kinderen waarbij expliciet gevraagd is naar depressieve klachten bij de ouders. Doelgroep: kinderen die excessief huilen.
Implementatie
- Aantal consultatiebureaus/JGZ organisaties/GGDen/CJG’s dat met de richtlijn werkt.
- Percentage organisaties die de richtlijn heeft opgenomen in het kwaliteits- handboek van de organisatie.
- Percentage organisaties dat een aanspreekpersoon heeft voor de richtlijn.
- Percentage van de opleidingen van de diverse betrokken beroepsgroepen die excessief huilen, als onderdeel van kennis over gezonde kinderen, hebben opgenomen als onderwerp in het curriculum.