2.1.4 Diversiteit/cultuur

JGZ richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)

Zindelijkheid van urine en feces

De leeftijd waarop ouders beginnen met de zindelijkheidstraining en de wijze waarop dat gebeurt, zijn niet voor alle culturen dezelfde [1][36][54][87]. MEN komt frequenter voor bij basisschoolkinderen van Turkse/Marokkaanse afkomst dan bij Nederlandse kinderen [36][87][94][99]. In een vragenlijstonderzoek bij kinderen in Turkije werden vergelijkbare prevalenties gevonden als in West-Europese landen [42][85]. Een studie in Amerika liet zien dat ouders van Kaukasische afkomst significant later begonnen met zindelijkheidstraining dan ouders van Afro-Amerikaanse afkomst [54]. Speciale aandacht is nodig voor kinderen in asielzoekerscentra, waar bedplassen veel voorkomt [4].

Voor de jeugdgezondheidszorg moet juist ook bij kinderen van andere etnische afkomst van jongs af aan worden nagegaan of er onzindelijkheid voor urine bestaat en hoe de zindelijkheidstraining verloopt. Bij afwijkingen moet geadviseerd, behandeld of verwezen worden om het ontstaan van psychosociale problemen ten gevolge van onzindelijkheid zoveel mogelijk te voorkomen.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback