1.1 Probleemstelling

JGZ-richtlijn Zindelijkheid van urine en feces

Zindelijkheid van urine en feces

Problemen met zindelijkheid voor urine en/of ontlasting komen veel voor op de kinderleeftijd en kunnen een grote impact hebben. Bij 5-jarigen komt bedplassen voor bij ongeveer 15%. Bij 4-7-jarigen komt broekplassen voor bij ongeveer 7% en de combinatie van broekplassen en bedplassen bij ongeveer 4% van de kinderen [59]. Op adolescente leeftijd is 2% van de mensen ’s nachts nog onzindelijk voor urine en op volwassen leeftijd is dat gedaald tot ongeveer 0,5% [49][59]. Fecale incontinentie komt voor bij ongeveer 1-3% van de kinderen vanaf 4 jaar [14]. In de adolescentie blijkt 15-30% van de kinderen met fecale incontinentie nog steeds klachten te hebben. Vaak is dit nog altijd het gevolg van chronische obstipatie [26][88][167].

Onzindelijkheid is daarmee, vooral op de kinderleeftijd, een belangrijk psychosociaal probleem, terwijl het probleem dus kan blijven bestaan tot op de volwassen leeftijd [17][33][50][53][91]. Niet zindelijk zijn kan een reden zijn voor pesten, maar ook voor niet meedoen met logeerpartijtjes, vanwege schaamte [51][95]. Naast het psychologische effect op het welzijn van de kinderen en hun ouders bestaan ook maatschappelijke nadelen: een onzindelijk kind zorgt voor veel extra werk (onder andere wassen, schoonmaken, begeleiden) en ook voor extra kosten (onder andere voor luiers, nieuwe kleren, beddengoed en matrassen en vaker een beroep doen op medische zorg). Veel reguliere basisscholen zijn afwerend als een kind op de leeftijd van 4 jaar nog een luier draagt. Uit een studie blijkt dat een kind met obstipatie en fecale incontinentie in de VS per jaar 3 keer meer kost dan een kind in een referentiegroep [149]. Diverse studies tonen aan dat door begeleiding en verschillende behandelingen kinderen sneller zindelijk worden dan wanneer afgewacht wordt totdat het kind spontaan zindelijk wordt [26][40][46][58]. Het is daarom van belang zindelijkheidsproblemen vroegtijdig te signaleren en hierop de meest effectieve interventie toe te passen.

Zowel op de jonge leeftijd (0-4 jaar, via het consultatiebureau) als daarna (4-19 jaar, via de schoolgezondheidsdienst/GGD) kan de jeugdgezondheidszorg (JGZ) bij de preventie, signalering, voorlichting en behandeling een belangrijke rol spelen.

Door een analyse van de knelpunten in de praktijk en literatuuronderzoek zijn voor de verschillende leeftijdscategorieën de meest effectieve interventies voor zindelijkheidsproblemen van urine en feces bepaald. Deze zijn opgenomen in deze JGZ-richtlijn. De ontwikkeling van een JGZ-richtlijn moet voor uniformiteit in de preventie, signalering, voorlichting en behandeling zorgen [59][103].

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback