Fecale incontinentie is (onvrijwillig) ontlastingsverlies (in het ondergoed of in de luier) boven de leeftijd van 4 jaar. Dit kan overdag of ’s nachts plaatsvinden. Tot voor kort werden verschillende termen gebruikt, zoals encopresis en soiling. Dit leidde wereldwijd tot verwarring. In 2005 is consensus bereikt om alleen het begrip fecale incontinentie te gebruiken [118]. Deze definitie is opgenomen in de ‘Rome-III’-criteria, zie hieronder.
Een onderverdeling wordt hierbij gemaakt in:
a. Fecale incontinentie door een organische oorzaak (bijvoorbeeld neurologisch of gastro-intestinaal).
b. Fecale incontinentie door anorectale chirurgie (bij misvormingen, aangeboren of verworven).
c. Functionele fecale incontinentie:
• op basis van obstipatie;
• zonder fecesretentie, solitaire fecale incontinentie genaamd (deze kinderen verliezen ontlasting zonder dat ze symptomen van obstipatie hebben).
De diagnose obstipatie wordt gesteld aan de hand van de Rome III-criteria, waarbij ten minste twee van de volgende symptomen bij kinderen aanwezig moeten zijn.
De JGZ-medewerker moet deze criteria kennen.
1. Defecatiefrequentie ≤ 2 per week.
2. Fecale incontinentie > 1 episode per week indien zindelijk.
3. Ophouden van ontlasting.
4. Pijnlijke of harde, keutelige defecatie.
5. Grote hoeveelheid ontlasting in luier/toilet.
6. Grote fecale massa in abdomen of rectum.
In hoofdstuk Etiologie wordt nader ingegaan op de verschillende vormen en oorzaken.