URINE: begeleiding en advies t.a.v. preventie en interventie
VP = jeugdverpleegkundige; A = jeugdarts of verpleegkundig specialist preventie; DA = doktersassistent
Contact | Met wie |
Huisbezoek | VP |
Wat doen? Preventief. |
Informatie over aantal natte luiers |
Wat doen? Interventie. |
N.v.t. |
< 3 jaar | VP/A. |
Wat doen? Preventief. |
Vraag naar bijzonderheden rond urine, verandering in patroon en zindelijkheidstraining. 1,5-2 jaar: vragen of kind al interesse heeft in potje/wc, wordt er al ‘getraind’?
In principe start met ‘training’ zindelijkheid urine: vanaf 2-4 jaar, echter ook inschatten of kind eraan toe is. Hieronder de methode en aandachtspunten bij de ‘training’:
De Training (overdag) |
Wat doen? Interventie. |
A: bij aanwijzingen voor pathologie: anamnese (delen van anamneselijst I zijn te gebruiken), zo nodig lichamelijk onderzoek. Eventueel verwijzen (zie alarmsymptomen).
VP: bij twijfel pathologie: overleg A. Geen aanwijzingen voor pathologie: niets mee doen, informatie op indicatie, zie bij preventie. |
3 – 5 jaar | VP/DA/A (alleen bij problematiek, als eerder nog geen goed lichamelijk onderzoek is uitgevoerd). |
Wat doen? Preventief. |
Vraag naar bijzonderheden rond urine, verandering in patroon en zindelijkheidstraining. In principe start met ‘training’ zindelijkheid urine overdag: vanaf 2-4 jaar, echter ook inschatten of kind er aan toe is. Zie bij < 3 jaar. Zindelijkheid urine in de nacht volgt meestal na zindelijk worden overdag. De training (overdag/nacht)
|
Wat doen? Interventie. |
Bij problematiek: A. Bij alarmsymptomen/aanwijzingen voor pathologie: Interventie door de JGZ
|
> 5 jaar | VP/DA/A (alleen bij problematiek, als eerder nog geen goed lichamelijk onderzoek is uitgevoerd). |
Wat doen? Preventief. |
Vraag naar bijzonderheden rond urine, verandering in patroon en zindelijkheidstraining. Training op juiste moment (zie bij 3-5 jaar). Start interventie onzindelijkheid urine nacht/bed. |
Wat doen? Interventie. |
Bij problematiek: binnen 1-4 weken een gesprek met A, VP of DA: Bij alarmsymptomen/aanwijzingen voor pathologie: Interventie door de JGZ (zie eerder). Bij onzindelijkheid urine nacht/bed begeleiding in de volgende stappen: Extra follow-up in overleg met ouder, al wijzen op plaswekker. 3. Persisterend bedplassen: bij hardnekkige onzindelijkheid die niet reageert op voorgaande begeleiding in enkele maanden: opnieuw uitgebreide anamnese en eventueel mictiedagboek bijhouden. Alleen bij vakantie, snel succes nodig, hardnekkige problematiek bij onzindelijkheid urine: medicatie (dan zo nodig verwijzen). |
Registratie
Uiteraard dienen bovengenoemde zaken geregistreerd te worden in het JGZ-dossier Bij de ontwikkeling van deze richtlijn zijn indicatoren voor zorg opgesteld. Deze indicatoren zijn in een rapportage aangeboden aan de redactieraad van de Basisdataset (BDS) waarbij een verzoek tot wijziging van de BDS is ingediend. Dit verzoek dient nog geaccordeerd te worden. en worden nader beoordeeld hoe de BDS hiermee aangepast kan worden.