FECES: begeleiding en advies t.a.v. preventie en interventie
VP = jeugdverpleegkundige; A = jeugdarts of verpleegkundig specialist preventie; DA = doktersassistent
Contact- momenten |
Met wie |
Huisbezoek | VP |
Wat doen? Preventief |
Vragen naar meconiumlozing (cave Hirschsprung bij > 48 uur). Informatie geven: ontlasting bij borstvoeding kan wel tot 10 dagen wegblijven, bij kunstvoeding kan dit 3 dagen zijn. Ontlasting moet smeuïg zijn en geen harde keutels. Schepje extra voeding in de fles kan obstipatie geven. |
Wat doen? Interventie |
N.v.t. |
< 3 jaar. | VP/A |
Wat doen? Preventief |
Vragen naar bijzonderheden rond feces en verandering in patroon. 1,5 – 2 jaar: vragen of kind al interesse heeft in potje/wc, wordt er al ‘getraind’? Ouder informeren over:
Daarnaast is een aantal praktische randvoorwaarden nodig, zoals: • Opvoedingsklimaat: training onder drang levert hooguit een droog, maar niet een zindelijk kind op met risico op vertraagde zindelijkheid. In principe start met ‘training’ zindelijkheid feces overdag: vanaf 2-4 jaar, echter ook inschatten of kind eraan toe is.
De training Preventie obstipatie: > 4 mnd.: bij aanwijzingen voor lage frequentie feces (1 x per 3 dagen): navragen klaarmaken van kunstvoeding, leefstijladviezen (normaal eet- en beweegpatroon). |
Wat doen? Interventie |
A: bij aanwijzingen voor pathologie: anamneselijst I, lichamelijk onderzoek -> eventueel verwijzen. > 4 mnd.: bij obstipatie (Rome III-criteria), lichamelijk onderzoek nodig > 6 mnd. en onvoldoende groei: meer voeding geven. |
3-5 jaar | VP/DA/A (alleen bij problematiek, als eerder nog geen goed lichamelijk onderzoek is uitgevoerd). |
Wat doen? Preventief |
Bij elk consult vragen naar bijzonderheden rond feces, verandering in patroon en secundaire vorm. > 4 jaar: vragen naar poepvegen. Vragen naar zindelijkheidstraining en zindelijkheidssignalen. In principe start met ‘training’ zindelijkheid feces: vanaf 2-4 jaar, echter ook inschatten of kind er aan toe is. Zie bij < 3 jaar. De training Preventie obstipatie: bij aanwijzingen voor lage frequentie feces (1 x per 3 dagen): algemene voorlichting, leefstijladviezen. Eventueel vanaf 4-5 jaar: anamneselijsten afnemen. |
Wat doen? Interventie |
Eventueel gebruik vanaf 4-5 jaar: anamneselijst I en II.
|
> 5 jaar | VP/DA/A (alleen bij problematiek, als eerder nog geen goed lichamelijk onderzoek is uitgevoerd). |
Wat doen? Preventief |
Bij elk consult vragen naar bijzonderheden rond feces, let op secundaire vormen. start interventie fecale incontinentie. |
Wat doen? Interventie |
Bij problematiek: binnen 1-4 weken een gesprek met A, VP of DA: anamneselijsten I en II en zo nodig lichamelijk onderzoek door A. Daarnaast behoort het goed bijhouden van de groeicurve ook tot het basisonderzoek. Bij alarmsymptomen/aanwijzingen voor pathologie:
Mogelijk is stap 2 al volgens de eerdere adviezen uitgevoerd. Dan dient, na het verder exploreren van het probleem zoals beschreven in stap 1, wellicht direct overgestapt te worden op stap 3 (het geven van laxantia).
|
Registratie
Uiteraard dienen bovengenoemde zaken geregistreerd te worden in het JGZ-dossier (op papier dan wel digitaal). Bij de ontwikkeling van deze richtlijn zijn indicatoren voor zorg opgesteld. Deze zijn aangeboden aan de ontwikkelaars van de Basisdataset (BDS) waarbij waarbij een verzoek tot wijziging van de BDS is ingediend. Dit verzoek dient nog geaccordeerd te worden.