Stap 2 Signalen en risico- en beschermende factoren mbv de brede anamnese wegen
Wanneer signalen aanwezig zijn maakt de JGZ-professional een inschatting van de risico- en beschermende factoren door in gesprek te gaan met de jeugdige/ouders en/of met ketenpartners. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de brede anamnese (Zie bijlage 1). Deze is opgebouwd uit vragen rond de volgende thema’s: ervaren problemen, de gevolgen, de aanleiding, mogelijke andere klachten, situatie thuis en op school (peuterspeelzaal, kinderdagverblijf), stressvolle omstandigheden, beschermende factoren, sociaal netwerk, ontvangen hulp, (toestemming voor) informatie van anderen, noodzaak van hulp. De afname van de brede anamnese duurt ongeveer 15 minuten. Na de afname van de brede anamnese wordt een voorlopige samenvatting en conclusie opgesteld. Eveneens worden gezamenlijke afspraken tussen de JGZ-professional, de jeugdige/ouders en/of met ketenpartners over het vervolg gemaakt. Bekijk hier een opzet van de brede anamnese. Deze linkt opent in een nieuw tabblad
Diversiteit
Bij het aangaan van een dialoog met ouders of jeugdigen met een lage SES en/of migrantenachtergrond is het belangrijk rekening te houden met het feit dat zij een ander referentiekader kunnen hebben, bijvoorbeeld andere denkbeelden over oorzaken van ziekte, of andere waarden ten aanzien van opvoeden. Ga na met welke verwachtingen zij komen en wees je bewust van je eigen verwachtingen ten aanzien van hen. Soms hebben ouders met een lage SES en/of migranten achtergrond weerstand tegen bemoeienis van (overheids)instanties bij de opvoeding van kinderen. Bij deze groep ouders zal meer tijd nodig zijn om het vertrouwen te winnen (Algemene aandachtspunten diversiteit. [86] Er zijn ook ouders die niet goed met het gangbare schriftelijke materiaal uit de voeten kunnen, bijvoorbeeld doordat ze de taal niet goed machtig zijn of lager zijn opgeleid. Zij kunnen ook moeite hebben met bepaalde interventies, omdat deze uitgaan van een taalvaardigheid en een abstractievermogen dat bij deze groep niet voldoende aanwezig is. Ook kan angst voor registratie aanwezig zijn. Kies daarom voor een interventie die aansluit bij de capaciteiten van zowel de ouders als de kinderen. Binnen de groep migranten wordt verwacht dat kinderen van asielzoekers een verhoogd risico lopen op depressie. Signalering bij deze groep is daarom van belang. Er zijn geen specifieke methoden voor signaleren van depressie bij jeugdigen in asielzoekerscentra. De JGZ-professional volgt de beschreven stappen.
Wanneer een taalbarrière een gesprek over depressieve klachten in de weg staat biedt een tolk ondersteuning. Met hulp van de tolk kan het probleem inzichtelijk worden gemaakt (aan de inhuur van een tolk zijn kosten verbonden). Denk hierbij ook aan vragen als ‘Hoe zouden mensen in je (ouders) land van herkomst je klachten verklaren?’, ‘Hoe zouden mensen in je (ouders) land van herkomst met deze klachten omgaan?’, ‘Voel je je door je naasten begrepen?’. Het is belangrijk rekening te houden met en op de hoogte te zijn van gevoelens van schaamte die het uiten van deze klachten in de weg kunnen staan.