Stap 6 Wanneer zijn signalen van depressie reden tot aanvullende acties van de JGZ en wat zijn redenen om toe te leiden?
De verschillende niveaus van ernst leiden tot verschillende typen interventies door de JGZ-professional. Wanneer de professional lichte depressieve klachten vermoedt, biedt hij of zij interventies op maat aan en monitort het beloop, daarbij kan ook hulp en informatie worden ingewonnen bij de huisartsenpraktijk en de sociale wijkteams (waar de JGZ-professional deel van uit kan maken) of bijvoorbeeld de school. Als de JGZ-professional er niet zeker van is of er sprake is van lichte of ernstige depressieve klachten, consulteert de professional de Jeugd-GGZ, biedt interventies op maat aan en monitort het beloop. Er dient direct toegeleid te worden naar de Jeugd-GGZ als er sprake is van: ernstige depressieve klachten, kans op suïcide, of als er naast de depressieve klachten andere psychische problematiek aanwezig is (bijvoorbeeld angststoornis, ADHD, ASS, bipolaire problematiek of een psychose). Belangrijk is om de toeleiding te volgen totdat de verwijzing gerealiseerd is en daarvan een terugkoppeling gegeven is. Bij twijfel of als de problemen bij de jeugdige aanhouden ondanks de ingezette interventies consulteert de JGZ-professional de Jeugd-GGZ.
Schoolweigering vraagt om snel ingrijpen, omdat dit een aantoonbaar beter behandelresultaat oplevert. Schoolweigering dient altijd besproken te worden in het zorgteamoverleg. De behandeling kan binnen de Jeugd-GGZ, maar ook binnen lichtere varianten van de jeugdhulp en jeugdbescherming plaatsvinden. [63]
Voor JGZ-professionals dient het helder te zijn wie bevoegd en bekwaam is om een depressie vast te stellen. De generalistische of specialistische Jeugd-GGZ stelt de diagnose en volgens de Jeugdwet is onder andere de jeugdarts erkend verwijzer. Daarbij is de verantwoordelijkheid voor de verwijzing afhankelijk van gemaakte ketenafspraken. Wanneer deze er niet zijn is het belangrijk ketenafspraken te maken. Eveneens moet duidelijk zijn hoe in het signaleren en diagnosticeren kan worden samengewerkt met de JGZ, Jeugdhulp en jeugdbescherming, huisarts (en praktijkondersteuner huisarts geestelijke gezondheidszorg, POH-GGZ), school, sociale wijkteam, Jeugd-GGZ en eventuele andere betrokkenen. Bij alle verwijzingen is het van belang dat wordt aangesloten bij de afspraken met de ketenpartners.