Specifieke interventies voor jeugdigen met depressieve klachten en hun ouders
De preventieve interventies die de JGZ-professional zelf uitvoert zijn voorlichting/advies geven en monitoren. Daarnaast kan de JGZ-professional naar specifieke interventies verwijzen. De meeste van deze goed onderbouwde interventies staan beschreven in de NJI-databan Deze linkt opent in een nieuw tabbladk en Interventiedatabase Gezond en Actief Leven Deze linkt opent in een nieuw tabblad. In de NJI databank kan de JGZ-professional ook up-to-date informatie vinden over waar de interventie uitgevoerd wordt, wat de kosten zijn en volgen of er nieuwe interventies opgenomen zijn waarnaar verwezen kan worden.
In deze richtlijn wordt met de vermelding van de interventies niet gepretendeerd volledig te zijn. Er zijn ongetwijfeld meer interventies beschikbaar; een volledig overzicht is echter niet beschikbaar.
Voorlichting: Tips en adviezen
Een JGZ-professional kan een aantal minimale interventies aanbieden. Deze interventies zijn de minst intensieve vormen van behandeling voor depressieve klachten en symptomen en zijn gericht op het aanbieden van informatie, voorlichting, advies en ondersteuning:
- psycho-educatie,
- zelfhulp,
- fysieke inspanning.
Afhankelijk van de risicofactoren, ernst van de depressieve klachten en symptomen zet de JGZ-professional de interventies in. De minimale interventies richten zich op de kinderen en jongeren met depressieve klachten, maar ook op hun ouders of verzorgers of school.
Psycho-educatie
De JGZ-professional biedt standaard (desgevraagd) informatie over de ontwikkeling van de jeugdige per fase/leeftijd, het bijbehorende gedrag en hoe de jeugdige en de ouders daarmee om kunnen gaan. In overleg met de jeugdige en ouders wordt nagegaan of en wat de jeugdige of ouder nodig heeft om de eigen kracht te versterken en worden oplossingen dicht bij de jeugdige en gezin gezocht zodat zij zo snel mogelijk op eigen kracht verder kunnen. Wanneer er sprake is van depressieve klachten en symptomen worden informatie, tips en adviezen op maat gegeven over het ontstaan en hanteren van de depressieve klachten. Dit wordt ook wel ‘psycho-educatie’ genoemd. Bij het geven van psycho-educatie sluit de JGZ-professional aan bij de mogelijk oorzaak van de klachten, behoefte van de jeugdige en de ouders en houdt daarbij rekening met hun kennisniveau en mogelijkheden. Daarbij ligt het accent op normaliseren.
De JGZ-professional is altijd op zoek naar de goede balans tussen vroegsignalering van psychosociale problemen en het normaliseren van fasegebonden problematiek.
Voorbeelden van adviezen die de JGZ-professional aan ouders van jeugdigen met depressieve klachten kan geven zijn (zie ook Stichting Opvoeden.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad): positieve aandacht geven aan het kind, laten merken dat ze van hun kind houden en dat het kind belangrijk voor hen is. Begrip tonen voor diens problemen, met hun kind praten op momenten dat daar ruimte voor is, ook over de gevoelens van het kind. Hun kind aanmoedigen, troosten en complimenteren. Leg de ouders uit dat een jeugdige met depressieve klachten het best actief kan blijven. Vooral bewegen in de buitenlucht werkt goed tegen een depressie, maar ook een klusje doen en leuke dingen ondernemen kan al helpen. Zo krijgt het kind ook minder kans om alleen op de kamer te zitten piekeren. Verminder eventuele prestatiedruk: de gezondheid en het welbevinden van hun kind gaan voor de schoolcarrière of sportprestaties. Houd daarbij de mentor of leerkracht op school of de trainer op de hoogte van de stand van zaken. Adviseer de ouders grenzen te blijven stellen en consequent te blijven, maar adviseer hen niet te hoge eisen aan hun kind stellen en niet te veel verwachten. Geef aan dat de ouders het kind zo min mogelijk moeten belasten met eventuele gezinsproblematiek (denk aan financiële-, relationele- en werkgerelateerde problematiek). Adviseer te kiezen voor regelmaat, het dag-en-nachtritme vast te houden en zo mogelijk te helpen verwaarloosde sociale contacten weer op te pakken. Besteed ook aandacht aan de ervaringen en gevoelens van de ouders. Adviseer hen steun te zoeken bij elkaar en familie of vrienden. Daarnaast kan de JGZ-professional (mede) inventariseren wat andere betrokkenen rondom deze problematiek (huisarts, school, wijkteam) kunnen bijdragen.
Voor informatie over depressie kunnen jeugdigen en hun ouders verwezen worden naar websites, bijvoorbeeld Mindblue Deze linkt opent in een nieuw tabblad, Kenniscentrum Kinder- en jeugdpsychiatrie Deze linkt opent in een nieuw tabblad, GripOpJeDip Deze linkt opent in een nieuw tabblad, Brainwiki Deze linkt opent in een nieuw tabblad en JouwGGD.nl Deze linkt opent in een nieuw tabblad.
Monitoren
De rol van de JGZ-professional bestaat uit het monitoren van het verdere verloop. Wanneer sprake is van depressieve klachten of deze worden vermoed wordt afhankelijk van de ernst een volgend (telefonisch) contactmoment afgesproken, waarbij desgewenst de ouders ook worden uitgenodigd. De JGZ-professional doet in het volgend contactmoment gericht navraag naar depressieve klachten. Daarbij kunnen opnieuw de leeftijdsspecifieke signalen en symptomen van een depressie uitgevraagd worden, (een deel van) de specifieke anamnese afgenomen worden en indien gewenst een depressie specifiek signaleringsinstrument. Ook kan via een interne overlegstructuur en/of het netwerk zoals peuterspeelzaal, school (zorgteam of Intern Begeleider), sociaal wijkteam of andere betrokkenen de monitoring plaatsvinden. Wanneer problemen gesignaleerd worden, onderneemt de JGZ-professional verdere stappen passend bij de situatie (zie stroomdiagram). Wanneer omstandigheden binnen de school (mede) klachten veroorzaken of in stand houden kunnen hierop gericht interventies aangeboden worden.
In latere leeftijdsfases dient er aandacht te blijven voor de doorgemaakte depressie en behandeling. Jeugdigen met een depressie kunnen in de adolescentie een verhoogd risico op gedragsstoornissen of middelenmisbruik hebben (Boer & Verhulst, 2014), dit kan aanleiding zijn tot extra contactmomenten met jongere en/of ouders. Tijdens deze contactmomenten wordt actief navraag gedaan naar depressieve klachten, gedragsstoornissen of middelenmisbruik. Klachten worden zo vroegtijdig gesignaleerd. Zie ook uitgangsvraag: Welke problematiek (psychisch, biologisch en psychosociaal) kan gepaard gaan met depressieve klachten bij kinderen en jongeren?).
Interventies voor (kinderen van) ouders met psychische problemen
Voor (kinderen van) ouders met psychische problemen kan de JGZ-professional verwijzen naar de zogenoemde KOPP-interventies (Kinderen van Ouders met Psychische Problemen). De interventies hebben als doel het voorkomen van psychische problemen bij hun kinderen. Er is een uitgebreid aanbod KOPP-interventies. Deze kunnen gericht zijn op de ouder(s), gezinnen en de jeugdige zelf, bijvoorbeeld Ouder-babyinterventie, Psycho-educatieve gezinsinterventie KOPP en Kopstoring. Raadpleeg hier een overzicht van de werkzame elementen en werkwijzen voor KOPP-kinderen.
De JGZ-professional kan per situatie beoordelen welke interventie passend is. Kinderen van ouders met psychische problemen kan de JGZ-professional ook verwijzen naar de website Jouw GGD.nl. Deze linkt opent in een nieuw tabblad