Baby’s (0-6 maanden)
Uit onderzoek bij Nederlandse baby’s van 6 maanden ervaart één op de tien ouders het slapen van hun kind als een probleem.[17] Van het totaal aantal huisartsenconsulten in Nederland voor kinderen jonger dan 1 jaar gaat het in 0,5% om slaapproblemen bij meisjes en in 1% om slaapproblemen bij jongens.[18]
Jonge kinderen (6 maanden-12 jaar)
Op de leeftijd van 0-2 jaar komen slaapproblemen vaak voor; ze behoren tot de ‘normale’ opvoedingsproblemen in deze ontwikkelingsfase.[19] Echter als de problemen in frequentie, duur of intensiteit toenemen, kunnen ze door ouders als ernstig en belemmerend worden ervaren. Prevalentiecijfers van slaapproblemen bij peuters en kleuters liggen in internationale studies tussen de 20-30%.[11] 0 Bij Nederlandse kinderen van 1,5 jaar ervaart 8% van de ouders het slapen als een probleem.[17] In een ander Nederlands onderzoek naar slaapproblemen bij kinderen van 2- 14 jaar bleek dat ongeveer een kwart van de ouders minstens 1 slaap-gerelateerd probleem ervaart.[7] Het vaakst wordt daarbij slaperigheid overdag genoemd. Bij jonge kinderen van 2-6 jaar kwam vaker dan bij oudere kinderen de volgende slaapproblemen voor: weigeren om naar bed te gaan, angst om te gaan slapen, ’s nachts wakker worden, parasomnia’s (bijvoorbeeld slaapwandelen en tandenknarsen) en problemen met ademhaling tijdens de slaap. Problemen met in slaap vallen, problemen met slaapduur en vermoeidheid overdag kwamen vaker voor bij oudere kinderen (10-14 jaar).
Adolescenten (12-18 jaar)
Bij adolescenten ligt de prevalentie van slaapproblemen, gebaseerd op internationaal onderzoek, tussen de 7 en 36%, afhankelijk van de gebruikte definities.[10] Er zijn geen prevalentiecijfers van slaapproblemen bij adolescenten uit Nederlands onderzoek bekend. Wel is bekend dat van het totaal aantal huisartsconsulten voor kinderen van 15-17 jaar het in 0,4% om slaapproblemen gaat bij meisjes en in 0,3% om slaapproblemen bij jongens.[18]