Zorgen van ouders of jeugdigen
De zorgen over slaap van ouders of kinderen zijn vooralsnog leidend. In deze richtlijn wordt bij de definiëring van slaapproblemen uitgegaan van de perceptie van de ouders of de jongere zelf van het slapen, dus van de zorgvraag van de ouders of jongere zelf (zie inleiding voor definitie). Iedere ouder die zorgen heeft over het slapen van het kind, verdient hiervoor adequate aandacht van de JGZ-professional. Dat geldt ook voor kinderen en adolescenten die zelf aangeven problemen te hebben met slapen. Ouders en jongeren kunnen ten einde raad zijn en zelf niet adequaat functioneren door het niet slapen (van hun kind). Tijdens het consult bij de JGZ professional, is er tijd nodig om het verhaal van de ouders en/of het kind zelf goed in kaart te brengen. Empathie maakt interventies effectiever en het bevordert het afstemmen en opvolgen van adviezen. De communicatie tussen professional en ouder(s) en kind(eren) is van groot belang, omdat ouders en kinderen zich door positieve aandacht en bejegening gehoord en begrepen voelen.
Nadat een medische oorzaak van een slaapprobleem is onderzocht, is het in principe niet nodig om een grens te trekken bij een bepaalde hoeveelheid of ernst van het slaapprobleem om voor ondersteuning in aanmerking te komen. Iedere ouder die zorgen heeft over het slapen van zijn kind dient serieus genomen en erkend te worden. Vervolgens wordt eventueel een vragenlijst en een uitgebreide anamnese afgenomen.
Zorgen van (voor)school of het kinderdagverblijf
Slaapproblemen kunnen ook gesignaleerd worden op het kinderdagverblijf en peuterspeelzaal of op school. In de kinderopvang kan het naar bed gaan en inslapen problemen geven en kan een aanleiding zijn voor de pedagogisch medewerker om, na overleg met de ouder, contact op te nemen met de JGZ-medewerker. Bij iets oudere kinderen betreft het veelal het signaleren van problemen met slaperigheid of vermoeidheid overdag, concentratieproblemen en hyperactiviteit die mogelijk het gevolg kunnen zijn van slechte slaap. Ook op het voortgezet onderwijs en MBO kunnen slaapproblemen door docenten worden gesignaleerd. Een enkele keer zullen slaapproblemen op het voortgezet onderwijs en het MBO naar voren komen uit standaard vragenlijsten (o.a. “monitors”) die door de school zelf of de GGD worden afgenomen. Echter, in lang niet alle standaard monitors is een onderdeel over slaap opgenomen. Het is, gezien het belang van slaap voor de gezondheid van kinderen belangrijk, dat het thema “slaap” standaard een plaats krijgt in deze vragenlijsten. Het is belangrijk dat de JGZ samenwerkt met school en het kinderdagverblijf. Dit kan bijvoorbeeld door vertegenwoordiging van de JGZ in de interne zorgstructuur op scholen, zoals een ZAT team of een “bovenschools ondersteuningsteam”.