5.3.1 Anamnese bij jonge kinderen

JGZ richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen

Probleemverheldering
Als ouders het slaapprobleem geen ‘probleem’ noemen, zou je kunnen spreken van ‘slaappatroon’.

  1. Kun je meer vertellen over het slaapprobleem?
  2. Wanneer zijn de slaapproblemen begonnen?
  3. Was er een speciale aanleiding voor het ontstaan van het slaapprobleem in de tijd?
  4. Hoe heeft het slaapprobleem/patroon zich ontwikkeld daarna?
  5. Hoe lang duurt het slaapprobleem al?
  6. Gebeurt het elke nacht? Op welk moment?
  7. Wat zijn de gevolgen?
  8. Wat zou je graag veranderd willen zien?
  9. Wat vinden jullie het meest vervelend of waar maken jullie je de meeste zorgen over?

 

Gedrag ouders

  1. Wie brengt het kind naar bed? Wanneer? Hoe gaat dat?
  2. Wat gebeurt er als je weg wilt gaan?
  3. Hoe gaat het verder de avond en nacht? Wie gaat er naar het kind toe?
  4. Hoe reageren jullie op het kind? Reageren jullie hetzelfde?
  5. Wat roept het gedrag van het kind ’s avonds/’s nachts bij jullie zelf op: onmacht/angst/boosheid/bezorgdheid/etc.?
  6. Op welke manier tanken jullie zelf bij? Waar halen jullie je energie vandaan?

 

Slaaphygiëne

  1. Waar slaapt het kind? Waar valt het kind in slaap?
  2. Slaapt het kind alleen in een kamer, of bij ouders of met broertjes of zusjes?
  3. Valt het kind meteen in slaap of ligt het lang wakker? Hoe lang denk je gemiddeld? Wat doe je dan?
  4. Tijdstip van naar bed gaan (is dit elke nacht ongeveer hetzelfde, verschil doordeweeks/weekend)
  5. Slaapt het kind overdag?
  6. Slaapt het kind in een donkere kamer, of is er veel licht?
  7. Is de temperatuur goed in de kamer?
  8. Geef je het kind iets te eten of te drinken voor het slapen gaan?
  9. Wat doet het kind ’s avonds, vlak voor het slapen gaan (denk aan Tv-kijken, computeren, wilde spelletjes etc.)
  10. Gebruikt het kind medicatie? (Raadpleeg ook het JGZ dossier)
  11. Gebruikt het kind cafeïne of genotmiddelen? (denk aan cola, koffie, energiedrankjes, sigaretten, alcohol, drugs, etc.)
  12. Snurkt het kind?
  13. Slaapwandelt het kind? Ander opvallend gedrag ’s nachts?
  14. Heeft het kind nachtmerries?

 

Probleemanalyse voorgeschiedenis
Afhankelijk van de problematiek kunnen de volgende vragen wat uitgebreider of juist kort doorlopen worden

  1. Was het kind gewenst?
  2. Hebben jullie lang uitgekeken naar de zwangerschap?
  3. Zwangerschap goed verlopen?
  4. Bevalling zonder complicaties?
  5. Hoe was de start van het kind?
  6. Is het kind lichamelijk gezond geweest tot nu toe?
  7. Zijn er bijzonderheden t.a.v. de voeding geweest (borst/fles)?
  8. Hoe was de motorische ontwikkeling? Bijv. rollen – zitten – kruipen – staan – wanneer liep het kind los?
  9. Hoe ervaren de ouders het kind, wat voor een type kind vinden zij het?
  10. Wie zorgde/zorgt voor het kind overdag – ’s avonds – weekend?
  11. Is er ook nog een andere soort opvang? Hoe gaat dat?
  12. Hoe is het met de zindelijkheid dag – nacht (gegaan)?
  13. Zijn er ingrijpende gebeurtenissen geweest in het leven van het kind tot nu toe, die van invloed kunnen zijn op het huidige gedrag?

 

Huidige situatie (algemeen)
Afhankelijk van de problematiek kunnen de volgende vragen wat uitgebreider of juist kort doorlopen worden

  1. Zijn er ook problemen overdag?
  2. Is er – om wat voor reden dan ook – spanning bij jullie in huis?
  3. Hoe gaat het samen met het (de) andere kind(eren)?
  4. Wat voor effect heeft de huidige situatie op jullie en de andere gezinsleden.
  5. Soms hangt het gedrag van kinderen sterk samen met een fase in de ontwikkeling. Denkt u dat het gedrag van uw kind kan samenhangen met de leeftijdsfase waarin uw kind verkeert?
  6. Kan het kind zichzelf goed vermaken?
  7. Heeft het kind/gezin een vaste dagindeling?
  8. Hoe ziet dat eruit?
  9. Wat zijn de leuke kanten van dit kind? m.a.w. Wat gaat goed? Waar genieten jullie van?
  10. Hebben jullie dezelfde ideeën over opvoeden?
  11. Reageren jullie hetzelfde op het kind?
  12. Wat doet het kind als het z’n zin niet krijgt?
  13. Hoe reageren jullie op het gedrag van het kind als het z’n zin niet krijgt? Hoe gaat het verder? Hoe loopt het af?
  14. Hoe maken jullie het verschil tussen ja en nee duidelijk?
  15. Weet het kind het verschil tussen ja en nee? Hoe merk je dat?

 

Sociaal netwerk

  1. Krijg je hulp of steun van familie of vrienden?
  2. Heb je om hulp gevraagd aan anderen?
  3. Aan wie (sociaal netwerk en/of professional)?
  4. Heb je hulp gekregen?
  5. Zo ja van wie, en wat heeft het je opgeleverd?

 

Eerdere oplossingen

  1. Wat hebben jullie tot nu toe geprobeerd om de slaapproblemen op te lossen of het patroon te veranderen? Wat werkt er wel?
  2. Waarom lukt het niet de problemen op te lossen of patronen te veranderen?
  3. Heb je informatie opgezocht?
  4. Welke informatie heb je gevonden?
  5. Had je daar wat aan; zo ja, wat?
  6. Heb je dingen uitgeprobeerd om het probleem op te lossen?
  7. Wat was het effect; ben je daar tevreden over?
  8. Zo nee, heb je ideeën over wat mogelijk nog wel zou kunnen werken?
  9. Zijn er al dingen veranderd?

 

Vervolg

  1. Noodzaak voor een vervolg (eventueel schaalvraag)
  2. Zou je hulp willen en zo ja van wie en hoe?

 

Samenvatting
Conclusie
Gezamenlijke afspraken over het vervolg

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback