Zoals eerder genoemd zijn tegenstanders van mening dat het laten huilen van baby’s, wat onderdeel is van de uitdovingstechnieken, veel stress geeft, en dat deze stress schadelijk is voor de gezondheid.
Ten eerste is het belangrijk om te benoemen dat stress niet altijd slecht is. Ook leuke gebeurtenissen kunnen een lichamelijke stressreactie geven, zoals het winnen van de loterij. In reactie op stress maakt het lichaam het hormoon cortisol aan. Het aanmaken van cortisol is een normale reactie van het lichaam en helpt het brein en het lichaam om effectief om te gaan met nadelige situaties. Als het het lichaam niet lukt om de cortisolafgifte te stoppen of als de stress chronisch is, kunnen er lange termijn effecten optreden zoals een onderdrukt immuunsysteem, en draagt het bij aan o.a. het metabool syndroom, verlies van botmineraal, en spieratrofie.[196] Er is echter nog niet duidelijk bij welke hoogte en voor welke duur van een verhoogd cortisolniveau de voorgenoemde schadelijke effecten kunnen optreden.
Cortisolniveaus bij baby’s
In de afgelopen jaren is steeds meer onderzoek gedaan naar stressniveaus bij baby’s. Cortisolniveaus bij baby’s zijn relatief gemakkelijk vast te stellen in speeksel. Bij baby’s worden twee typen onderzoek gedaan naar cortisol, namelijk naar de cortisolniveaus gedurende de dag (of meerdere dagen), om te vergelijken of de cortisolniveaus langdurig hoog zijn, of naar de cortisolniveaus in reactie op een stressvolle gebeurtenis.
Het meeste onderzoek is gericht op chronische stress gedurende de jeugd. Meerdere onderzoeken tonen aan dat chronische stress schadelijk is voor de gezondheid op latere leeftijd.[197] Bijvoorbeeld chronische stress door misbruik, verwaarlozing, dood van de ouder, depressie bij de ouder, conflict in families of meerdere transities van verzorgers en armoede, beïnvloeden allen het biologische systeem.
Daarnaast zijn er enkele onderzoeken gedaan naar de cortisolniveau-reactie na een stressvolle gebeurtenis.[198] Bijvoorbeeld het verschonen van de luier, een lichamelijk onderzoek, in bad gaan, een hielprik, een vaccinatie, een half uur durende scheiding van de moeder, etc. De meeste fysieke stressoren geven een verhoogde cortisolreactie, terwijl de meeste psychische stressoren geen verhoogde cortisolreactie geven. Wat de gevolgen op de gezondheid zijn van deze kortdurende verhoogde stressreacties is niet bekend. Ook is niet direct onderzocht wat de gevolgen zijn van het huilen van baby’s op de gezondheid en cortisolniveaus.
Cortisolniveaus na het laten huilen
Er werden tot op heden drie onderzoeken gedaan naar cortisolniveaus na het laten huilen van baby’s in het kader van uitdoving bij slaapproblemen. In één onderzoek werd bij 25 baby’s van 4-6 maanden, waarvan de ouders aangaven dat er slaapproblemen waren, ongemodificeerde uitdoving toegepast door verpleegkundigen tijdens een ziekenhuisopname.[161] Cortisolniveaus werden afgenomen bij moeder en baby op dag één en dag drie van de slaapinterventie, zowel voorafgaand aan de slaaproutine, als 20 minuten na het in slaap vallen.
De cortisolniveaus van de baby’s waren niet significant hoger voor het begin van de slaaproutine, tot na de slaaproutine, zowel op dag één, als na dag drie. Tijdens de eerste dag van het uitdovingsprogramma waren cortisolniveaus van de moeder en baby nog positief geassocieerd, op dag drie van het programma waren de cortisolniveaus van de moeder en baby niet meer met elkaar geassocieerd. De baby’s reageerden na drie dagen zichtbaar minder verontrust bij het in slaap vallen (o.a. minder huilen), maar de cortisolniveaus bleven even hoog als op dag één. Zonder de zichtbare verontrustte reactie van de baby, ging het cortisolniveau van de moeder naar beneden op dag drie. Met andere woorden, de cortisolniveaus van moeder en baby waren niet meer op elkaar afgesteld.
Bij deze studie zijn een aantal kanttekeningen te maken voordat de conclusie kan worden getrokken dat uitdoving een schadelijk effect heeft. Eén van de kanttekeningen is dat de baby’s in deze studie erg jong waren, vanaf 4 maanden oud. In een reactie op dit artikel adviseren Price, Hiscock en Gradisar6 om gedragsinterventies pas toe te passen als kinderen in staat zijn tot het begrijpen van “objectpermanentie”, vanaf ongeveer 6 maanden. Zoals eerder benoemd, treden er bij langdurig verhoogde cortisolniveaus schadelijke effecten op, maar het is nog onduidelijk bij welke hoeveelheid en duur van verhoogde cortisolniveaus deze schadelijke effecten optreden. Dit onderzoek geeft geen conclusie of de cortisolniveaus na de interventie langdurig verhoogd waren en of er bij de gemeten cortisolniveaus schadelijke effecten optreden.
Het enige onderzoek wat gedaan is naar de lange termijn effecten van uitdoving geeft een aanwijzing dat het niet schadelijk is. In een RCT werden de lange termijn effecten van uitdoving bij slaapproblemen onderzocht in Australië.[162] In deze studie participeerden ouders van 326 baby’s van 7 maanden met door ouders gerapporteerde slaapproblemen. De interventiegroep ontving van een verpleegkundige het advies om uitdoving (gradueel of de stap-voor-stap methode) toe te passen. In de controlegroep ontvingen zij zorg zoals die normaal geboden werd bij slaapproblemen door verpleegkundigen. Een jaar na afloop van de interventie bleek uitdoving effectief voor het verminderen van slaapproblemen. Echter, op de leeftijd van 6 jaar was er geen verschil meer tussen de interventie en controlegroep, waaronder geen verschil in slaapproblemen, cortisolniveaus, emotionele en gedragsproblemen, gezondheid-gerelateerde kwaliteit van leven, de ouder-kind relatie, gehechtheid, depressiescores van de moeder en opvoedingsstijl. Ook dit onderzoek heeft methodologische tekortkomingen: zo is onduidelijk of ouders in de interventiegroep de uitdoving daadwerkelijk hebben toegepast, en is de groep waar cortisol bij werd gemeten na 6 jaar mogelijk te klein om een effect te detecteren.
In een zeer recente studie werden 43 baby’s van 6-16 maanden met door ouders gerapporteerde slaapproblemen verdeeld over drie groepen; een controlegroep en twee interventiegroepen.9 In de ene interventiegroep kregen ouders de instructie graduele uitdoving toe te passen, en in de andere interventiegroep werd het opschuiven van de bedtijd toegepast. Er werden bij beide interventies significante effecten gevonden voor de duur van het in slaap vallen, het aantal keren ’s nachts wakker worden, en wakker worden na het in slaap vallen, waarbij er grote afnames werden waargenomen wat betreft de duur van het in slaap vallen in de graduele uitdoving groep en ook in de verschoven bedtijd groep. Ook was er een grote afname van het aantal keren ’s nachts wakker worden en wakker worden na de start van de slaap bij graduele uitdoving.
In deze studie werd ook cortisol gemeten, zowel voor de interventie, een week na de interventie, na drie en na twaalf maanden. Er was een kleine tot middelgrote afname van cortisol bij graduele uitdoving en het opschuiven van de bedtijd, in vergelijking met de controlegroep.
Het stressniveau van de moeder ging in beide interventiegroepen naar beneden, maar er werden geen verschillen in gemoedstoestand gevonden. Na 12 maanden waren er geen significante verschillen in emotionele en gedragsproblemen en ook geen verschillen tussen een veilige en onveilige gehechtheidsstijl tussen de groepen.
Conclusie
De onderzoeken die gedaan zijn naar de gevolgen van uitdoving hebben allen methodologische tekortkomingen. Meer robuust onderzoek zal moeten aantonen wat de gevolgen zijn van het toepassen van uitdoving. Ook moet worden nagegaan wat de gevolgen zijn van alternatieve interventies bij slaapproblemen. Niet effectieve methoden die het slaapprobleem niet verminderen kunnen ook schadelijke gevolgen hebben. Hoewel sommige slaapproblemen vanzelf overgaan, kunnen niet opgeloste slaapproblemen ernstige gevolgen hebben voor zowel ouder (bijv. depressie en relatieproblemen) als het kind (bijv. emotionele- en gedragsproblemen). Bovendien blijken slaapproblemen zelf bij kinderen ook gerelateerd te zijn aan verhoogde cortisolniveaus.[132]