Het aantal kinderen met een gaaf gebit neemt af naarmate kinderen ouder worden (zie tabel 1.). Kinderen met lage SES hebben minder vaak een Gaaf Gebit dan kinderen met hoge SES. Ook de erosieve gebitsslijtage neem toe met de leeftijd.
Tabel 1: Epidemiologie van cariës en erosieve gebitslijtage bij jeugdigen [19].
5 jarigen |
11 jarigen |
17 jarigen |
23 jarigen |
|
Gaaf gebit* |
76% (lage SES: 71%, hoge SES: 81%)** |
61% (lage SES: 57%, hoge SES: 66%)** |
34% (lage SES: 35%, hoge SES: 33%)** |
21% (lage SES: 15%, hoge SES: 23%)** |
Erosieve gebitsslijtage tot in het tandbeen |
Onbekend |
Onbekend |
20% |
Ruim 50% |
* “Gaaf” gedefinieerd als geen aanwezigheid van dentinecariës, gebaseerd op visuele inspectie, zonder röntgenfoto’s.
** SES = sociaaleconomische status.