Samenvatting 4.1: aangeboren unilaterale NST (tabellen 4.1a tot en met e):
- Bij aangeboren unilaterale NST (inguïnaal en abdominaal) levert opereren minder verlies in voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren (QALy-verlies) op dan niet opereren (4.1a en 4.1d). Als de onzekerheid van de parameters wordt meegenomen, levert opereren met 94,7% kans een lager QALy-verlies op.
- Dit wordt vooral verklaard (4.1c) door het hogere percentage patiënten met afwijkend aspect scrotum bij niet opereren (35%) ten opzichte van wel opereren (1,1%).
- Operatie op de verschillende leeftijden (3, 6, 9, 12, 18 en 24 maanden) levert in de basisanalyse geen verschil in QALy-verlies op. De sensitiviteitsanalyse (4.1b) toont alleen een verschil in QALy-verlies voor de parameter kans op spontane indaling. Voor deze parameter wordt het minste QALy-verlies gezien als geopereerd wordt bij 12, 18 en 24 maanden (0,781). Echter het kleine verschil in QALy-verlies met opereren bij 6 en 9 maanden is beperkt relevant; in tegenstelling tot het grotere verschil in QALy-verlies met opereren bij 3 maanden. Dit leidt tot de conclusie dat op basis van de kans op spontane indaling operatie na de leeftijd van 6 maanden optimaal is. Geen verschil werd gezien in de sensitiviteitsanalyse voor de parameters kans op vaderschap, kans op testistumor, kans op succesvolle operatie, kans op complicaties na operatie, kans op overlijden t.g.v. operatie, duur van afwijkend aspect van het scrotum en duur van behandeling bij testistumor.
- De kosteneffectiviteitsanalyse (4.1e) toont dat bij opereren (ongeacht de leeftijd waarop) de kosteneffectiviteitsratio 582 €/QALy is t.o.v. niet opereren. Conclusie van de kosten- effectiviteitsanalyse is dat kosten in de beslissingsanalyse geen rol spelen, omdat de verschillen acceptabel zijn (binnen de grenzen die in het algemeen geaccepteerd worden).
Tabel 4.1a. Verlies in QAly’s voor aangeboren unilaterale nst (inguïnaal) afhankelijk van operatiemoment voor basisanalyse (waardering algemene populatie) en voor waarderingen van ouders en patiënten
3 mndn | 6 mndn | 9 mndn | 12 mndn | 18 mndn | 24 mndn | Geen OK | |
Basis | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 1,534 |
Waardering ouders | 1,444 | 1,444 | 1,444 | 1,444 | 1,444 | 1,444 | 2,390 |
Waardering patiënten | 1,022 | 1,022 | 1,022 | 1,022 | 1,022 | 1,022 | 2,209 |
Tabel 4.1b. Verlies in QAly’s voor aangeboren unilaterale nst (inguïnaal) afhankelijk van operatiemoment met waardering algemene populatie (sensitiviteitsanalyse)
3 mndn | 6 mndn | 9 mndn | 12 mndn | 18 mndn | 24 mndn | Geen OK | |
Basis | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 1,534 |
Indaling – leeftijdsafhankelijk |
0,808 | 0,787 | 0,782 | 0,781 | 0,781 | 0,781 | 1,232 |
Vaderschap – laag |
1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,000 | 1,685 |
Testistumor – afhankelijk van OK-leeftijd |
0,827 | 0,827 | 0,827 | 0,827 | 0,827 | 0,827 | 1,540 |
Tabel 4.1c. percentage patiënten met gezondheidstoestand afhankelijk van operatiemoment voor basisanalyse
Gezondheidstoestand | 3 mnd | 6 mnd | 9 mnd | 12 mnd | 18 mnd | 18 mnd | 24 mnd | Geen OK |
Geen vaderschap | 8,0% | 8,0% | 8,0% | 8,0% | 8,0% | 8,0% | 8,0% | 8,0% |
Testistumor zonder overlijden | 1,2% | 1,2% | 1,2% | 1,2% | 1,2% | 1,2% | 1,2% | 1,2% |
Testistumor met overlijden | 0,1% | 0,1% | 0,1% | 0,1% | 0,1% | 0,1% | 0,1% | 0,1% |
Afwijkend aspect scrotum | 1,1% | 1,1% | 1,1% | 1,1% | 1,1% | 1,1% | 1,1% | 35,0% |
Complicaties OK | 1,3% | 1,3% | 1,3% | 1,3% | 1,3% | 1,3% | 1,3% | 0,0% |
Re-OK | 2,1% | 2,1% | 2,1% | 2,1% | 2,1% | 2,1% | 2,1% | 0,0% |
Overlijden bij OK | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
* Voorbeeld van een berekening: 65% van de aangeboren NST dalen binnen 3 maanden in, patiënten met aangeboren NST waarbij indaling plaatsvindt hebben een kans op vaderschap van 93,2%. De overige 35% hebben een kans van 89,7% op vaderschap. 0,65 * 93,2 + 0,35 * 89,7 = 92,0% vaderschap, hieruit volgt dat percentage geen vaderschap 8,0% is.
Tabel 4.1d. verlies in QAly’s voor aangeboren unilaterale nst (abdominaal) afhankelijk van operatiemoment voor basisanalyse (waardering algemene populatie) en voor waarderingen van ouders en patiënten
3 mndn | 6 mndn | 9 mndn | 12 mndn | 18 mndn | 24 mndn | Geen OK | |
Basis | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 1,534 |
Waardering ouders | 1,484 | 1,484 | 1,484 | 1,484 | 1,484 | 1,484 | 2,390 |
Waardering patiënten | 1,070 | 1,070 | 1,070 | 1,070 | 1,070 | 1,070 | 2,209 |
Wanneer in de PSA de onzekerheid van de parameters uit de basisanalyse wordt meegenomen zoals aangegeven in tabel 3.2, leidt dit tot de volgende resultaten:
QALy-verlies operatie (ongeacht welke leeftijd): 0,86, 95% bti [0,12; 2,05].
QALy-verlies geen OK: 1,43, 95% bti [0,27; 3,13].
Met 94,7% kans levert opereren een lager QALy-verlies op.
Tabel 4.1e. verlies in QAly’s voor aangeboren unilaterale nst (abdominaal) afhankelijk van operatiemoment voor basisanalyse (waardering algemene populatie) en kosten per kind met NST
3 mndn | 6 mndn | 9 mndn | 12 mndn | 18 mndn | 24 mndn | Geen OK | |
QALY-verlies | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 0,848 | 1,534 |
Kosten (€) | 647 | 647 | 647 | 647 | 647 | 647 | 390 |
KE-ratio t.o.v. geen OK (€/QALy) | 375 | 375 | 375 | 375 | 375 | 375 |
Discontering 3%* | 3 mndn | 6 mndn | 9 mndn | 12 mndn | 18 mndn | 24 mndn | Geen OK |
QALY-verlies | 0,22 | 0,22 | 0,22 | 0,22 | 0,22 | 0,22 | 0,66 |
Kosten (€) | 421 | 421 | 421 | 421 | 421 | 421 | 165 |
KE-ratio t.o.v. geen OK (€/QALy) | 582 | 582 | 582 | 582 | 582 | 582 |
* In deze tabel is rekening gehouden met 3% verdiscontering, wat betekent dat kosten en effecten in de toekomst lager gewaardeerd worden.