Samenvatting 4.4: verworven bilaterale nst (tabellen 4.4a tot en met f):
- Bij verworven bilaterale NST (inguïnaal en abdominaal) levert opereren bij diagnose minder verlies in voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren (QALy-verlies) op dan later of niet opereren (4.4a en 4.4d en figuur 4.4f).
- Ook in de sensitiviteitsanalyse (4.4b) levert opereren bij diagnose het minste QALy-verlies op.
- Dit wordt vooral verklaard door het hogere percentage patiënten met afwijkend aspect scrotum bij later opereren (100%) ten opzichte van bij diagnose opereren (3,1%). Daarentegen is er bij later opereren dan direct bij diagnose een lager percentage complicaties (2,1% versus 3,7%) en een lagere kans op heroperaties (3,4% versus 6,0%). Daarnaast geldt voor niet opereren een hogere kans op geen vaderschap (36,8% versus 16,4% bij wel opereren).
- Conclusie van de kosteneffectiviteitsanalyse is dat kosten in de beslissingsanalyse geen rol spelen, omdat de extra kosten per QALy (tabel 4.4e) zeer acceptabel zijn in het licht van de grenzen die in het algemeen geaccepteerd worden (€ 20.000 – € 40.000 per QALy).
Tabel 4.4a. Verlies in QAly’s voor verworven bilaterale nst (inguïnaal) afhankelijk van operatiemoment voor basisanalyse (waardering algemene populatie) en voor waarderingen van ouders en patiënten
Diagnose | Midden puberteit | Eind puberteit | Geen OK | |
Basis | 1,766 | 2,370 | 2,724 | 5,286 |
Waardering ouders | 3,022 | 3,874 | 4,373 | 8,599 |
Waardering patiënten | 2,095 | 2,871 | 3,322 | 6,438 |
Tabel 4.4b. verlies in QAly’s voor verworven bilaterale nst (inguïnaal) afhankelijk van operatiemoment met waardering algemene populatie (sensitiviteitsanalyse)
Diagnose | Midden puberteit | Eind puberteit | Geen OK | |
Basis | 1,766 | 2,370 | 2,724 | 5,286 |
Vaderschap – hoog |
1,453 | 2,119 | 2,411 | 5,286 |
Testistumor – afhankelijk van OK-leeftijd |
1,746 | 2,375 | 2,729 | 5,291 |
Tabel 4.4c. percentage patiënten met gezondheidstoestand afhankelijk van operatiemoment voor basisanalyse
Gezondheidstoestand | Diagnose | Midden puberteit | Eind puberteit | Geen OK |
Geen vaderschap | 16,4% | 16,4% | 16,4% | 36,8% |
Testistumor zonder overlijden | 1,2% | 1,2% | 1,2% | 1,2% |
Testistumor met overlijden | 0,06% | 0,06% | 0,06% | 0,06% |
Afwijkend aspect scrootum | 3,1% | 100% | 100% | 100% |
Complicaties OK | 3,7% | 2,1% | 1,3% | 0,0% |
Re-OK | 6,0% | 3,4% | 2,0% | 0,0% |
Overlijden bij OK | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
* Combinatie van patiënten die enige tijd een afwijkend aspect scrotum hebben gehad (vanaf diagnose tot operatie in puberteit of indaling) en patiënten die langdurig een afwijkend aspect scrotum hebben (indien geen operatie of mislukte operatie).
Tabel 4.4d. verlies in QAly’s voor verworven bilaterale nst (abdominaal) afhankelijk van operatiemoment voor basisanalyse (waardering algemene populatie) en voor waarderingen van ouders en patiënten
Diagnose | Midden puberteit | Eind puberteit | Geen OK | |
Basis | 1,914 | 2,434 | 2,752 | 5,286 |
Waardering ouders | 3,235 | 3,967 | 4,414 | 8,599 |
Waardering patiënten | 2,281 | 2,952 | 3,358 | 6,438 |
Tabel 4.4e. verlies in QAly’s voor verworven bilaterale nst (abdominaal) afhankelijk van operatiemoment voor basisanalyse (waardering algemene populatie) en kosten per kind met nst
Diagnose | Midden puberteit | Eind puberteit | Geen OK | |
QALY-verlies | 1,766 | 2,370 | 2,724 | 5,286 |
Kosten (€) | 1376 | 1001 | 800 | 961 |
KE-ratio t.o.v. geen OK (€/QALY) | 118 | 14 | domineert | |
Incrementele KE-ratio (€/QALY) | 621 | 568 | domineert |
* Incrementele KE-ratio is ten opzichte van ‘next best’ alternatief.
3% discontinering | Diagnose | Midden puberteit | Eind puberteit | Geen OK |
QALY-verlies | 0,534 | 1,150 | 1,286 | 2,192 |
Kosten (€) | 1100 | 725 | 524 | 472 |
KE-ratio t.o.v. geen OK (€/QALY) | 379 | 243 | 57 | |
Incrementele KE-ratio (€/QALY) | 609 | 1478 | 57 |
Tabel 4.4f. verlies in QAly’s voor verworven bilaterale nst (inguïnaal) afhankelijk van operatiemoment, uitkomsten probabilistische sensitiviteitsanalyse
Operatiemoment | Gemiddelde | 95% bti |
Diagnose | 1,719 | [0,246, 4,363] |
Midden puberteit | 2,345 | [0,402, 5,298] |
Eind puberteit | 2,722 | [0,448, 0,764] |
Geen OK | 4,958 | [0,764, 11,286] |
Figuur 4.4g. Kans dat behandeloptie optimaal is (laagste verlies aan QALY’s) voor bilaterale verworven voor bilaterale verworven nst op basis van psA