De gezondheidsrisico’s van obesitas zijn goed gedocumenteerd, die van overgewicht veel minder. Overgewicht, en met name obesitas, leidt tot vele gezondheidsproblemen: psychosociale problemen (pesten, depressie), gewrichtsproblemen, hypertensie, diabetes type 2, infertiliteit, leververvetting en cardiovasculaire problemen. Naarmate het overgewicht toeneemt en langer bestaat, wordt het risico op deze ziekten over het algemeen groter.
Vooral de toename van glucose-intolerantie en diabetes mellitus type 2 bij kinderen is zorgwekkend. In de Verenigde Staten was 15 jaar geleden 3% van de gediagnosticeerde diabetes mellitus bij kinderen toe te schrijven aan diabetes type 2. Inmiddels is dat in sommige klinieken toegenomen tot 50%[43][56]. In Nederland werd recent bij 2,4% van alle kinderen met diabetes mellitus type 2 vastgesteld [114]. Bijna al deze kinderen zijn obees. Vergelijkbare patronen worden gevonden in Europese en Aziatische landen [39][105][117]. Het ontstaan van diabetes type 2 op jonge leeftijd is zeer zorgwekkend, omdat dit gepaard gaat met velerlei macro- en microvasculaire complicaties zoals hart- en vaatziekten en oog-, nier- en zenuwaandoeningen, maar ook met leververvetting op relatief jonge leeftijd [56]. Bovendien gaat diabetes type 2 gepaard met een hoge mortaliteit en een verminderde kwaliteit van leven. De verandering in glucose- tolerantie gaat bij jeugdigen sneller dan bij volwassenen. Daarom is vroege interventie van groot belang om diabetes type 2 te voorkomen [146].
Het metaboolsyndroom, gedefinieerd als een clustering van risicofactoren voor cardio- vasculaire complicaties, bestaat, behalve uit overgewicht, uit hypertensie, verhoogde serumtriglyceriden, verlaagd serum-HDL-cholesterol en verhoogd serum glucose [1]. Het metaboolsyndroom wordt steeds vaker gevonden op jonge leeftijd. Uit een Nederlandse studie naar preventie in een algemene populatie jongvolwassenen van 17 tot 26 jaar geboren in Terneuzen komt naar voren dat ook in Nederland het percen- tage jongvolwassenen met het metaboolsyndroom aanzienlijk (7,5%) is [31]. In 2 andere studies in een oudere populatie (26-30 jaar en 36 jaar) werden prevalen- ties van metaboolsyndroom van respectievelijk 9,4% en 10,4% gevonden [44][213].
Door de overgewicht- en obesitas-epidemie wordt hypertensie in toenemende mate bij kinderen gezien [126]. Bij ruim 5000 Amerikaanse schoolkinderen werd hypertensie gevonden bij 2,6%, 4% en 11% van de kinderen met respectievelijk normaal gewicht, overgewicht en obesitas. Er was geen invloed van etniciteit op het voorkomen van hypertensie [127]. In de Bogalusa Heart Study heeft 7% van de 5- tot 17-jarige kinderen met overgewicht (zonder obesitas) hypertensie [49]. In een Canadese studie heeft 13% van de kinderen met overgewicht en 19% van de kinderen met obesitas hypertensie [116]. In een Europese studie had 27% van de kinderen met obesitas hypertensie [75].
Uit longitudinaal cohortonderzoek blijkt dat hypertensie op de kinderleeftijd al bij jong- volwassenen tot arteriosclerose kan leiden [14][85][104]. Daarom is opsporen van hypertensie bij kinderen belangrijk, zodat behandeling kan worden ingesteld om cardiovasculaire schade te beperken.
Obesitas brengt daarnaast ook vaak psychische en sociale problemen en een verminderde kwaliteit van leven met zich mee [145][152]. Overgewicht op de kinderleeftijd is zowel op de korte als lange termijn nadelig voor de lichamelijke en psychische gezondheid. Jonge zwaarlijvige kinderen kunnen ten gevolge van stigmatisering en pesten door leeftijdsgenoten en volwassenen een laag zelfbeeld en een negatieve perceptie van hun lichaam hebben. Tevens hebben ze een verhoogde kans om een depressie te ontwikkelen [130]. Bovendien vinden allerlei stereotyperingen plaats (dik = dom) en kunnen ze gediscrimineerd, geplaagd of buitengesloten worden [119]. De kwaliteit van leven van obese kinderen is vergelijkbaar met die van kinderen met kanker [120]. Jongens kunnen borstontwikkeling krijgen, meisjes excessieve beharing en acne [110]. De psychosociale gevolgen kunnen bovendien hun latere loopbaan beïnvloeden [53]. Deze problemen moeten overigens niet alleen worden herkend als een gevolg van overgewicht/obesitas, maar ook als een mogelijke oorzaak. Factoren die zowel eten als bewegen beïnvloeden, hebben vaak hun oorsprong in psychosociale problemen, variërend van verveling tot somberheid en angst [119].
Verder krijgen mensen met overgewicht klachten aan het bewegingsapparaat, waardoor soms al op jonge leeftijd kunstheupen of knieën nodig zijn, en kunnen ze last hebben van slaapapneu [46][93][137][143].