8 Totstandkoming richtlijn

JGZ richtlijn Overgewicht (2012)

Overgewicht

Uit de Vijfde Landelijke Groeistudie (2010) blijkt dat de prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen hoger is dan in 1997. In 1997 was de prevalentie veel hoger dan  in 1980. Deze bevinding is pas in 2001 gepubliceerd. In die tijd wisten ouders, maar ook professionals en ketenpartners, niet wat te doen. In 2003 heeft het Kenniscentrum Overgewicht samen met het ministerie van VWS een masterplan opgesteld voor de aanpak van overgewicht binnen de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Er is gekozen voor de JGZ, omdat de JGZ een unieke setting is om een gezonde groei en ontwikkeling en gezond gedrag van kinderen te behouden en/of te bevorderen, problemen te signaleren, hierop te interveniëren en te monitoren. Zij ziet alle kinderen op vastgestelde leeftijden en geeft daarmee een prima gelegenheid om preventie op maat aan te bieden.

Het masterplan bestond onder andere uit het Signaleringsprotocol (2004) en het Overbrug- gingsplan (2005). Uit de knelpuntenanalyse (zie bijlage 9) blijkt dat het Signaleringsprotocol en het Overbruggingsplan (soms aangepast) door het merendeel van de JGZ’ers worden gebruikt. De Erasmus Universiteit is bezig met een wetenschappelijk onderzoek naar het effect van het Overbruggingsplan. Voorts wordt in de hele wereld onderzoek gedaan naar overgewicht en obesitas. Ook in Nederland. Binnen korte tijd is heel veel kennis gegenereerd. Helaas is meestal geen onderscheid gemaakt tussen overgewicht en obesitas.

Voor een verantwoorde aanpak met een hoge opbrengst hebben wij in opdracht van ZonMw een richtlijn Overgewicht ontwikkeld. Voor obesitas is in 2008 de CBO-richtlijn verschenen, in 2010 de Nederlandse Huisartsen Genootschap-Standaard (NHG-Standaard) Obesitas en ook in 2010 de Zorgstandaard Obesitas van het Partnerschap Overgewicht Nederland. De consensus is dat kinderen met obesitas naar de huisarts of kinderarts worden verwezen om eventuele oorzaken of gevolgen (bijvoorbeeld diabetes, hypertensie) op te sporen. Uitgaande van een prevalentie van obesitas van 2% gaat het om ongeveer 80.000 kinderen. Het aantal kinderen met alleen overgewicht is veel groter: ongeveer 550.000. Het is niet wenselijk om alle kinderen met overgewicht te verwijzen naar de huisarts, kinderarts, diëtist of fysiotherapeut. De JGZ ziet al deze kinderen op de reguliere contact- momenten tussen de 0 en 19 jaar. Voor de aanpak van overgewicht en obesitas is gezien de omvang en ernst een ‘community-based’ aanpak nodig, waar de rijksoverheid, lokale overheid, school, het gezin, jeugdgezondheidszorg (JGZ), huisarts, kinderarts, gedrags- deskundigen, maar ook sportclubs en het bedrijfsleven alle een belangrijke rol in spelen.

De richtlijn Overgewicht is bestemd voor alle JGZ-medewerkers en is het vervolg op het Signaleringsprotocol en het Overbruggingsplan. De richtlijn is gebaseerd op wetenschappelijk bewijs. Waar geen wetenschappelijk onderzoek voorhanden is, is gebruik gemaakt van ‘expert opinion’. De richtlijn is opgesteld in overleg met belanghebbende beroepsgroepen en is uitgegaan van het meest wenselijke beleid. De JGZ is in staat grote Public Health-problemen te keren (bijvoorbeeld wiegendood, cariës) of te voorkomen (door vaccinaties). Dit moet ook lukken voor overgewicht. Wij gaan ervoor.

Prof. dr. R.A. HiraSing Hoogleraar jeugdgezondheidszorg VUmc/EMGO+, Amsterdam

 

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback