Voor het ontwikkelen van de richtlijn is allereerst een inventarisatie gemaakt van de knelpunten en succesfactoren van de huidige werkwijze rondom overgewicht in de jeugdgezondheidszorg. In juni 2009 is een vragenlijst verstuurd naar alle JGZ-organisaties. De vragen betroffen werkwijze, signalering en behandeling en er waren vragen over het gebruik van het Signaleringsprotocol en het Overbruggingsplan; 40/47 (85%) van alle JGZ-organisaties heeft de vragenlijsten geretourneerd, zie Bijlage 9. De belangrijkste conclusies zijn hier samengevat [162][163][195].
96% van de JGZ-organisaties heeft een protocol voor het signaleren van overgewicht bij kinderen van 2-19 jaar; 58% van deze organisaties maakt gebruik van het Signaleringsprotocol en 37% van een aangepast signaleringsprotocol. Voor de signalering van overgewicht en obesitas bij kinderen van 0-2 jaar bestaat momenteel in de JGZ geen protocol. De criteria op grond waarvan bij deze jonge kinderen overgewicht wordt gesignaleerd, zijn op dit moment heel verschillend.
93% van de JGZ-organisaties voor 0- tot 4-jarigen en 82% voor 4- tot 19-jarigen heeft een protocol voor begeleiding van kinderen met overgewicht; hiervan maakt respectievelijk 91% en 85% gebruik van het Overbruggingsplan [161]. De meerderheid van de medewerkers van de JGZ-organisaties is geschoold om het Overbruggingsplan toe te passen, toch wil ongeveer de helft graag bijgeschoold worden. Knelpunten bij het gebruik van het Overbruggingsplan liggen op het financiële vlak, gebrek aan tijd en het motiveren van kinderen en ouders.
De meerderheid van de JGZ-organisaties heeft afspraken gemaakt voor het doorverwijzen van kinderen met overgewicht/obesitas en de meerderheid gaat na of ouders de afspraken nakomen. Slechts 30% krijgt terugkoppeling over de kinderen. Een belangrijke conclusie is dat de ketenzorg versterkt moet worden door betere samenwerking met heldere afspraken tussen de hulpverleners onderling.