2.2.1 Risicogroepen 

JGZ-richtlijn Hartafwijkingen

Hartafwijkingen

Kinderen van (ouders van) niet-Nederlandse afkomst (zoals migranten, vluchtelingen en adoptiekinderen) hebben een hoger risico op aangeboren hartafwijkingen.

Voor aangeboren hartafwijkingen zijn de volgende overwegingen van belang:

  • Consanguïniteit (bloedverwantschap) van de ouders geeft een grotere kans op genetische afwijkingen.
  • Diabetes mellitus komt vaker voor bij personen van Turkse, Marokkaanse, Hindostaanse en Surinaamse afkomst, vooral bij vrouwen [3].
  • Bij Japanners en Chinezen komt een ventrikel septumdefect vaker voor [11].

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback