Kinderen van (ouders van) niet-Nederlandse afkomst (zoals migranten, vluchtelingen en adoptiekinderen) hebben een hoger risico op aangeboren hartafwijkingen.
Voor aangeboren hartafwijkingen zijn de volgende overwegingen van belang:
- Consanguïniteit (bloedverwantschap) van de ouders geeft een grotere kans op genetische afwijkingen.
- Diabetes mellitus komt vaker voor bij personen van Turkse, Marokkaanse, Hindostaanse en Surinaamse afkomst, vooral bij vrouwen [3].
- Bij Japanners en Chinezen komt een ventrikel septumdefect vaker voor [11].