Prevalentie en oorzaken van NAH
Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) wordt onderscheiden in traumatisch en niet-traumatisch hersenletsel. De gevolgen van NAH zijn blijvend. Ze kunnen lange tijd een verborgen karakter hebben omdat op jonge leeftijd nog weinig beroep wordt gedaan op hogere cognitieve functies die beschadigd kunnen zijn. Er zijn in Nederland geen prevalentiecijfers bekend voor de leeftijdscategorie die bij de JGZ in zorg is (0-18 jaar). Wel worden jaarlijks 19.000 personen tussen de 0-24 jaar gediagnostiseerd met hersenletsel, van wie 10% matig tot ernstig hersenletsel heeft.
Bij traumatisch hersenletsel is het letsel ontstaan door een oorzaak buiten het lichaam, zoals een val van een trap, een harde klap op het hoofd, het shaken baby-syndroom of binnendringende botgedeeltes als gevolg van schedelbreuk. Zie voor meer informatie over traumatisch hersenletsel ‘Zorgstandaard traumatisch hersenletsel kinderen & jongeren’ die in opdracht van de Hersenstichting is opgesteld[51]. Niet-traumatisch hersenletsel ontstaat door een proces in het lichaam, zoals een infectie van de hersenvliezen (meningitis), tumor, intoxicatie door drugs of alcohol, zuurstofgebrek (hypoxie/anoxie door rookvergiftiging), en epilepsie.
Gevolgen van een NAH
NAH is een belangrijke oorzaak van bewegingsstoornissen die zich soms pas maanden tot jaren na het trauma kunnen openbaren[50][52]. Naast zichtbare consequenties, kunnen kinderen met NAH kampen met minder zichtbare consequenties, zoals concentratieproblemen, overgevoeligheid voor prikkels, geheugenstoornissen, chronische vermoeidheid, een taalontwikkelingsstoornis (TOS), gedragsproblemen of emotionele problemen zoals depressie en gebrek aan zelfvertrouwen. Voor de ouders brengt deze aandoening vaak extra zorgen, stress, inspanningen en kosten met zich mee. Zie https://www.hersenstichting.nl/ALLES-OVER-HERSENEN/HERSENAANDOENINGEN/NIET-AANGEBORENHERSENLETSEL Deze linkt opent in een nieuw tabblad bit.ly/SignNAH Deze linkt opent in een nieuw tabblad. Zie ook paragraaf 1.6 voor het belang van tijdige signalering en behandeling van NAH.
De primaire verantwoordelijkheid voor diagnostiek, behandeling en begeleiding is minder eenduidig dan bij CP en NMA en is afhankelijk van de fase (acuut/chronisch) en ernst van het letsel. Een nauwe samenwerking tussen kinderneuroloog en revalidatieteam is hierbij van belang.