Evidentietabel 3: Gevolgen van mishandeling (12 meta-analyses en/of systematische reviews).
Study |
Title |
Cause |
Outcome |
Population |
Results |
1. Tsang et |
Prenatal Alcohol Exposure, FASD, and Child |
Fetal alcohol |
Child behavioral |
16 articles (participants |
Kinderen met FASD hebben grotere kans op probleemgedrag gemeten met de CBCL (OR 34,0, 95% BI 2,6–450,8]), internaliserende (OR 10,0, 95% BI 1,3–77,6) en externaliserende problemen (OR 18,2, 1,8). –186,6). Ook kwalitatieve beoordelingen door ouders, leerkrachten en zelfrapportages laten slechtere gedragsbeoordelingen zien bij kinderen met FASD. |
2. Khoury et al.(2015) |
Executive Functioning in Children and Adolescents |
Fetal alcohol |
Executive |
46 studies, 3735
|
de FASD-groep laat significant lagere prestaties zien op executief functioneren (werkgeheugen en emotie-regulatie) vergeleken met kinderen die geen FASD hebben. |
3.Castellví et al.(2016) |
Exposure to violence, a risk for suicide in youths |
Child abuse |
Suicide risk |
29 articles |
Lichamelijke mishandeling verhoogt het risico op zelfmoord aanzienlijk: OR = 2,53, 95% BI: 1,66–3,87). Seksueel misbruik bij kinderen heeft het grootste effect op het risico voor zelfmoord (OR = 3,87, 95% BI: 2,31–6,49); Verwaarlozing hangt niet samen met een verhoogd risico op zelfmoord (OR = 1,76,95% BI 0,71–4,36). De gepoolde OR van zelfmoordpogingen onder mishandelde kinderen (van 32 steekproeven) was 2,25 (95% BI: 1,85-2,73). De set van studies was zeer heterogeen. Conclusie: Vroegtijdige blootstelling aan geweld gaat samen met een verhoogd risico op zelfmoordpogingen bij jongeren en jongvolwassenen. |
4. Angelakis et al. (2020) |
Association of Childhood Maltreatment With Suicide Behaviors Among Young People |
Child abuse |
Suicide risk |
79 studies |
Kinderen en jongvolwassenen die slachtoffer zijn van mishandeling hebben meer dan drie keer zo veel kans om een zelfmoordpoging te doen.(OR, 3,38; 95% BI, 2,09-5,47; I2 = 92,6%). |
5. Fry et al. (2018) |
The relationships between violence in childhood |
Child abuse |
Educational |
43 studies, abuse |
Alle verschillende vormen van geweld in de kindertijd verhogen de kans op schooluitval (OR 2,277, 95% BI (1,644–2,91). Emotioneel geweld verhoogt ook het risico op schoolverlating. Jongens die gepest worden, hebben bijna drie keer zoveel kans om afwezig te zijn op school vergeleken met jongens die geen pesterijen ervaren, (OR 2,912, 95% BI (0,904–4,92). Meisjes die seksueel geweld ervaren, hebben drie keer meer kans om afwezig te zijn op school (OR= 3,147, 95% BI (0,033–4,57). Alle vormen van geweld in de kindertijd hebben een redelijk gelijke (negatieve) impact op schoolprestaties (OR 1,22, 95% BI (1,105-1,34). |
6. Goncy et al. |
A Meta-Analysis Linking Parent-to-Child |
Parent-child |
Dating Abuse |
66 studies in meta-analyse 12-18 years old (n=21) |
Kinderen die geweld tussen hun ouders meemaken, zijn als adolescent of jongvolwassene meer geweldadig bij het ‘daten’. Gemiddelde effectgrootte (r = .166, SE = .017, CI [.149, .183], p < .001) voor agressie tussen ouders en datingmisbruik (fysiek, psychologisch, gecombineerd) inclusief van zowel daderschap als slachtofferschap. De studies waren wel heterogeen (Q = 244,88, df = 93, p < .001). |
7. Lavi et al. (2019) |
Emotion Reactivity and Regulation in Maltreated Children: A Meta-Analysis |
child maltreatment |
Emotion Reactivity |
58 studies |
In vergelijking met niet-mishandelde kinderen ervaren mishandelde kinderen meer negatieve emoties, hebben ze meer negatieve emoties en vertonen ze ontregeling van emoties. |
8. Liu et al. (2023) |
The relationship between child maltreatment and |
child maltreatment |
Social anxiety |
29 studies (9 focused on adolescents) |
Kindermishandeling was positief gecorreleerd met sociale angst bij adolescenten (r = 0,239, 95% BI [0,180, 0,297]). Emotionele mishandeling (r = 0,251, 95% BI [0,201, 0,298]) heeft een sterkere relatie met sociale angst dan fysieke mishandeling (r = 0,138 95% BI [0,085, 0,191]). |
9. Yang and |
Childhood maltreatment and mentalizing capacity |
child maltreatment |
Mentalizing capacity |
23 studies involving |
De samenhang tussen kindermishandeling en het mentaliserend vermogen bleek sterker zichtbaar in studies met steekproeven onder kinderen (r = −0,35, 95% BI [−0,44, −0,26], p < 0,001) vergeleken met onderzoeken met steekproeven onder adolescenten (r = −0,19, 95% BI [−0,26, −0,10], p < 0,001) en steekproeven van volwassenen (r = −0,18, 95% BI [−0,26, −0,09], p < 0,001). Dit geeft aan dat een verhoogde ernst van kindermishandeling overeenkomt met een lager mentaliserend vermogen bij het kind. |
10. Schønning et |
Childhood maltreatment and sleep in children and |
child maltreatment |
Sleep problems |
26 articles, age range |
Kinderen en adolescenten die mishandeling hebben meegemaakt, hebben significant hogere kansen op slaapproblemen (OR 3,91, (95%CI: 2,64–5,79, p < 0,001). Daarnaast rapporteren deze kinderen en adolescenten een significant kortere slaapduur. De effectgrootte was −0,23 (SE: 0,04 95%CI: −0,31, −0,15). En hadden ze aanzienlijk grotere kans op nachtmerries (OR=3,15 (95%CI: 2,38–4,18, p < .001). |
11. Gruhn and |
Effects of maltreatment on coping and emotion |
child maltreatment |
Coping and emotion |
35 studies (Participant |
Een geschiedenis van mishandeling is gerelateerd aan ontregeling van emoties (r=.28, p<.001) en emotieregulatie (r=−.24, p<.001). |
12. Yeo et al. (2024) |
Associations of childhood adversity with emotional |
ACEs (abuse, neglect, |
Emotional well-being |
children and |
ACE’s waren bijzonder sterk gerelateerd aan een lager emotioneel welzijn, r = − 0,32, p < 0,001; [95% BI: − 0,44 tot 0,01], lagere onderwijsprestaties, r = − 0,18, p < .001; [95% BI: − 0,21 tot − 0,05]. De associaties waren sterker voor misbruik en samengestelde indicatoren van ACE’s dan voor huishoudelijke disfuncties. |