Interventies en maatregelen op school
JGZ-professionals hebben een taak op het gebied van beleidsadvisering voor organisaties, ook voor scholen. Zij kunnen scholen adviseren over gezondheidsbevordering op school, maar ook over schoolverzuim en als er calamiteiten zijn op school. Bijvoorbeeld kunnen zij adviseren over de realisatie van een integrale aanpak op school met als doel een positief schoolklimaat waarin veiligheid, betrokkenheid en gezondheid centraal staan. Scholen kunnen ook door de JGZ geadviseerd worden over hun populatie, op geleide van epidemiologische gegevens of een gezondheidsmonitor die in de klas wordt afgenomen (zoals EMOVO). De samenstelling van een school of wijk kan de JGZ-professional alert maken om een voorlichting op te zetten over bepaalde factoren. Specifiek op het gebied van angst kan de JGZ adviseren over de inzet van universele preventieprogramma’s (zie tabel 3.2 in Evidence 5.1.4.1) en het aanbod aan geïndiceerde programma’s in de picture van de school brengen (tabel 3.1 in Evidence 5.1.3.1). De eerder genoemde geïndiceerde interventies zoals VRIENDEN, De Dappere kat, en Denken + Doen = Durven kunnen alle worden aangeboden op school.
Universele programma’s
Er zijn drie universele preventieprogramma’s voorhanden die bijdragen aan een positief schoolklimaat maar ook kunnen helpen bij het verminderen van problematische angst bij het kind (zie tabel 3.2 in Evidence 5.1.4.1): Leefstijl (4–18 jaar), Levensvaardigheden (14–17 jaar) en Zippy’s Vrienden (5–8 jaar). Dit zijn over het algemeen uitgebreide programma’s die een investering vragen van een school, zoals capaciteit en tijd (ziet tabel 3.2 in Evidence 5.1.4.1).
Wat kan de JGZ samen met de school doen?
De informatie van school over een kind of jongere is van belang om meer inzicht te krijgen in de ernst van de klachten en voor het monitoren van het beloop en het effect van eventuele interventies. Naast het verstrekken van informatie kan de school actief meewerken om een jeugdige met problematische angsten te steunen of te ontlasten. Afhankelijk van de situatie van de leerling kan bijvoorbeeld gezorgd worden voor meer individuele aandacht van een groepsleerkracht of mentor, een interne leerlingbegeleider of schoolmaatschappelijk werk ingezet worden. Waar aanwijzingen zijn voor een te zware belasting kan die worden verminderd door hulp te bieden voor leerachterstanden, het regelen van een tijdelijk deeltijdrooster, spreiden van examenonderdelen en dergelijke. Als de jeugdige aangeeft gepest te worden of geen aansluiting vindt bij klasgenoten is het wenselijk daar de aandacht op te richten. Door deelname in een multidisciplinair zorgteam kan de JGZ-professional ook aandacht vragen en geven aan leerlingen met angstklachten.
Bij een ernstige calamiteit of ramp op een school (zoals een suïcide van een leerling of
een moord) kan het angstniveau (ernstig) verhoogd raken en kunnen posttraumatische stressklachten bij leerlingen voorkomen. In dat geval kan de handleiding ‘Als een ramp de school treft’. Omgaan met calamiteiten in het onderwijs’ behulpzaam zijn door het in gang zetten van een protocol en opvang van de leerlingen [171].
Schoolverzuim
Aan schoolverzuim kan problematische angst ten grondslag liggen. Als er sprake is van schoolverzuim kan de JGZ gebruik maken van de handreiking ‘Snel terug naar school is veel beter’ van de AJN/NVAB. Deze handreiking beschrijft een integrale aanpak van schoolziekteverzuim bij kinderen en jongeren. Onderdeel hiervan is M@ZL, Medische Advisering Ziek gemelde Leerling, een werkwijze waarbij de jeugdarts optreedt als een soort bedrijfsarts voor de ziekgemelde leerlingen. Voorlopige resultaten wijzen uit dat het programma kosten-effectief lijkt te zijn (predikaat ‘goed onderbouwd’ in de database effectieve jeugdinterventies van het NJI).
Overig materiaal
Op leraar24 staat filmpjes/informatie over een kind in de klas met een angststoornis en over faalangst:
- Video kind in de klas met een angststoornis (met Frits Boer)
- Faalangst herkennen en aanpakken met filmpjes van leerlingen
- Video kort praatprogramma over herkennen en omgaan met faalangst (niet meer beschikbaar)