Kernpunten over de omvang van kindermishandeling in Nederland zijn:
- De jaarprevalentie van kindermishandeling (in al zijn verschijningsvormen) betreft naar schatting 90.000 à 127.000 jeugdigen. Dat betekent dat er op jaarbasis per 1000 jeugdigen 26 tot 37 het slachtoffer zijn van kindermishandeling. Dat is rond de 3% van alle kinderen van 0 tot 17 jaar [107].
- Naar schatting heeft 12% van de scholieren tussen de 12 en 17 jaar in het regulier voortgezet onderwijs naar eigen zeggen het afgelopen jaar wel eens met kindermishandeling te maken gehad, en bijna een kwart (24,7%) van de scholieren heeft naar eigen zeggen ‘ooit in het leven’ kindermishandeling meegemaakt. Dit betreft alle vormen van kindermishandeling; alleen bij seksueel misbruik kan dit ook geweld buiten het gezin betreffen [28].
- In de Nederlandse ACE-study (Adverse Childhood Experiences) [10]; [111] onder leerlingen van groepen 7 en 8 in het reguliere basisonderwijs rapporteerde ruim een kwart (26,4%) (ooit) slachtoffer te zijn (geweest) van kindermishandeling.
Toelichting op bovenstaande prevalentiecijfers: Het verschil in percentages tussen de twee zelfrapportagestudies is te verklaren door het verschil in het type prevalentie dat is gemeten. In de studie van Schellingerhout en Ramakers [28] heeft de gerapporteerde 12% betrekking op de prevalentie over ‘het afgelopen jaar’. Bij Vink en collega’s [111] gaat het daarentegen om een combinatie van de huidige prevalentie (‘nu’), en de prevalentie ‘ooit in het leven’. Wanneer we bij Schellingerhout en Ramakers kijken naar de levenslange prevalentie, dan is die met 24,7% goed vergelijkbaar.
Het verschil tussen de jaarprevalenties van Alink et al. [107] (3%) en die van Schellingerhout en Ramakers [28] (12%) wordt waarschijnlijk veroorzaakt door verschil in methodologie (informanten onderzoek respectievelijk zelfrapportage -bij alleen de groep adolescenten) en kan beschouwd worden als een ondergrens.
Prevalenties van vormen van kindermishandeling
- Verwaarlozing (emotioneel en fysiek) is met 60% van alle vormen van kindermishandeling de meest voorkomende vorm [107];[95].
- Ongeveer een derde van de mishandelde kinderen heeft te maken met meerdere vormen van kindermishandeling [28]; [107].
- Kindermishandeling komt twee keer vaker voor bij een relatiebreuk/gescheiden ouders dan bij niet-gescheiden ouders [36];[107];
- Bij bijna de helft van de mishandelde kinderen was daarnaast sprake van andere vormen van huiselijk geweld binnen het gezin. In ruim de helft van deze gevallen betrof het geweld tussen de ouders onderling (partnergeweld) [107].
- Bijna een derde van de leerlingen in groep 7/8 van het regulier basisonderwijs rapporteert nu of ooit getuige te zijn (geweest) van geweld tussen de ouders [10]; [111].
Seksueel misbruik
- naar schatting 7.800 jongens en 13.000 meisjes tussen de 12 en 16 jaar maken jaarlijks een ernstige vorm van fysiek, seksueel geweld mee [36].
- Daarnaast krijgt 29% van de meisjes en 9% van de jongens van 16 en 17 jaar te maken met online seksueel geweld. In driekwart van de gevallen is de dader een bekende van het slachtoffer, en in de helft van die gevallen gaat het om een leeftijdgenoot.
- In 2021 registreerde de politie 3.332 meldingen van seksueel geweld tegen kinderen. Het merendeel van deze meldingen (63%) betrof jongeren tussen de 13 en 17 jaar. In 35% van de gevallen ging het om kinderen op de basisschoolleeftijd, en in 7% om kinderen tussen 0 tot en met 3 jaar oud.
- Uit onderzoek van De Graaf en collega’s [73] blijkt dat 22% van de meisjes en 5% van de jongens tussen de 13 en 25 jaar aangeeft ooit in hun leven seksueel geweld te hebben meegemaakt.
Voor toegebracht schedel-hersenletsel (TSHL; voorheen bekend als het Shaken Baby Syndroom) zijn geen exacte cijfers beschikbaar voor Nederland. Internationaal wordt de incidentie geschat op 36 per 100.000 kinderen jonger dan 6 maanden; 14,7 tot 36,1 per 100.000 bij kinderen jonger dan 12 maanden; en 12,4 tot 29,7 per 100.000 bij kinderen tot 2 jaar. TSHL komt met name voor bij kinderen jonger dan 2 jaar. De piekleeftijd ligt tussen de 3 en 6 maanden. Naar schatting belanden jaarlijks 80 kinderen op de eerste hulp met ernstig hersenletsel. Bij ongeveer 30 kinderen blijkt dit een direct gevolg te zijn van hard schudden [36]. Volgens het CBS overlijden er jaarlijks drie tot vier 0-jarigen in Nederland aan hersenletsel ten gevolge van ‘babymishandeling’. Zie ook JGZ-richtlijn Excessief huilen Deze linkt opent in een nieuw tabblad.
Schadelijke praktijken
- In Nederland wonen ruim 95.000 meisjes die afkomstig zijn uit landen waar Vrouwelijke Genitale Verminking een (cultureel) gebruik is; naar schatting is 43% van deze meisjes en vrouwen in het verleden besneden [36]. Zie JGZ Richtlijn Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) Deze linkt opent in een nieuw tabblad
- Eergerelateerd geweld: Jaarlijks registreert de politie tussen de 2.500 en 3.000 misdrijven waarbij familie-eer vermoedelijk een rol speelt. Vanwege de complexiteit worden gemiddeld 460 van deze zaken behandeld door het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld. Elk jaar eindigen 7 tot 17 van deze incidenten fataal, in de vorm van moord, doodslag of suïcide (Rijksoverheid, geraadpleegd 2024) [80].