6.1 Taken en rollen betrokken zorgverleners

JGZ-richtlijn Angst

Angst

Taken en rollen betrokken zorgverleners

In de zorg voor jeugdigen met problematische angst of een angststoornis en hun ouders kunnen verschillende professionals betrokken zijn, afhankelijk van de lokale situatie. Denk hierbij naast de jeugdarts, jeugdverpleegkundige en verpleegkundig specialist, aan de huisarts en de praktijkondersteuner huisarts geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ, met aandachtsgebied Jeugd), het sociale wijkteam, zorgverleners van Jeugdhulp en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), opvoedadviseurs, de (school)maatschappelijk werkende, schoolpsycholoog, schoolorthopedagoog en GGZ-professionals in de Jeugd- GGZ (generalistische basis GGZ of gespecialiseerde GGZ).

De samenwerking waaronder het verdelen van de rollen en taken zal lokaal, via ketenafspraken, geregeld moeten worden. De gemeenten hebben als verantwoordelijke voor en als financier van alle niet-somatische zorg voor jeugdigen een belangrijke rol in het maken van deze afspraken. Het is aan de gemeente om ketenafspraken te initiëren. Iedere organisatie die betrokken is bij de zorg voor jeugdigen met problematische angst of een angststoornis heeft daar echter een verantwoordelijkheid in.

Voor de JGZ betekent dit dat zij met haar ketenpartners afspraken maakt over wie wat doet in de zorg aan jeugdigen met problematische angst of een angststoornis. Wanneer deze afspraken er (nog) niet zijn, is het de verantwoordelijkheid van de JGZ-professional om op individueel niveau afspraken te maken met de ketenpartners ten behoeve van de continuïteit van zorg.

In deze JGZ-richtlijn worden niet de taken en rollen van andere dan JGZ-professionals beschreven. Het is immers niet aan de werkgroep om te bepalen welke taken en rollen andere professionals dienen uit te voeren. Daarom wordt verwezen naar beroepsprofielen van de betrokken professionals.

Voor de artsen en verpleegkundigen binnen de JGZ gelden de CanMEDS-rollen (de
Canadese methodiek van bij‐ en nascholing van de zorgverlener) als leidraad:

  • Bij elk contact, persoonlijk of digitaal via vragenlijsten, alert zijn op signalen van angstklachten en indien passend normaliseren.
  • Bieden van voorlichting, advies en kortdurende begeleiding.
  • Zo nodig toeleiding door de jeugdarts/jeugdverpleegkundige/verpleegkundig specialist en verwijzing door de jeugdarts naar andere professionals.
  • Adviseren van scholen en gemeenten over collectieve activiteiten t.a.v. angstproblematiek.

 

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback