Kernpunten
Definitie van kindermishandeling: “elke vorm van, voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel” [62].
De vier hoofdvormen van kindermishandeling zijn [36]:
- Lichamelijke (fysieke) mishandeling
- Emotionele (psychische) mishandeling
- Lichamelijke (fysieke) verwaarlozing
- Emotionele (psychische) verwaarlozing
Specifieke vormen van kindermishandeling zijn:
- Getuige zijn van partnergeweld of ander huiselijk geweld
- Seksueel misbruik
- Kindermishandeling door falsificatie (KMdF)
- Prenatale mishandeling
- Schadelijke praktijken zoals (Vrouwelijke) genitale verminking (VGV), huwelijksdwang, achterlating en eergerelateerd geweld
- Combinaties van vormen van kindermishandeling.
Epidemiologie
- Kindermishandeling komt in Nederland jaarlijks bij 90.000 à 127.000 jeugdigen voor; dat is ruim 3% van alle jeugdigen tot 18 jaar. Ongeveer een kwart van de jeugdigen tot 18 jaar zegt ooit in het leven een vorm van niet-incidentele kindermishandeling te hebben meegemaakt [10];[28]; [107];[111].
- Verwaarlozing komt van alle vormen van kindermishandeling het meest voor [95];[107];
- Kindermishandeling komt het meest voor in de leeftijd van 0 tot 3 jaar [107];
- Meisjes zijn vaker slachtoffer van kindermishandeling dan jongens [10];[28];[107];[111].
- Hoewel kindermishandeling in alle lagen van de bevolking voorkomt, is de kans daarop groter in groepen waar (combinaties van) ongunstige factoren voorkomen. Dit is vermoedelijk gerelateerd aan armoede. Kindermishandeling komt vaker voor [107]:
- in gezinnen met een laag opleidingsniveau en/of
- in gezinnen met ouders die werkloos zijn en/of
- in gezinnen die een niet-Nederlandse afkomst hebben en/of
- in eenoudergezinnen, stiefgezinnen en grote gezinnen.
Risicofactoren die betrekking hebben op de ouder(s) wegen het zwaarst in de kans op kindermishandeling. Dit geldt voor alle vormen van kindermishandeling [21];[46];[48];[104]. Belangrijke risicofactoren voor alle vormen van kindermishandeling zijn:
- Eerdere betrokkenheid van Veilig Thuis of de Raad voor de Kinderbescherming.
- Negatieve interacties en conflicten in het gezin (waaronder partnergeweld), een gebrek aan samenhang in het gezin, hechtingsproblemen en gebrek aan sociale steun.
- Chronische stress zoals bijvoorbeeld door armoede, een laag zelfbeeld en een gebrekkige impulscontrole en gebrek aan empathie bij de ouder(s).
- Psychiatrische problemen en/of verslaving bij de ouder(s) zoals depressie, angst,
- Ouders met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB).
- Neiging van de ouder(s) om het gedrag van het kind negatief te interpreteren.
- Ouders die in hun jeugd kindermishandeling meegemaakt hebben.
Beschermende en bevorderende factoren zijn [2]:
- Sociale steun voor de jeugdige en het gezin, is een beschermende factor voor kindermishandeling. Alleen voor seksueel misbruik is de beschermende werking van sociale steun niet aangetoond.
- Dagelijkse betrokkenheid van een partner bij de opvoeding is een beschermende factor tegen verwaarlozing.
Gevolgen van kindermishandeling kunnen fysiek, psychisch en sociaal-emotioneel van aard zijn.
- Ongezonde en chronische stress spelen daarbij een belangrijke rol.
- De gevolgen van kindermishandeling kunnen een leven lang van invloed zijn maar zich al tijdens de jeugd openbaren (langetermijngevolgen resp. kortetermijngevolgen).
Vroegtijdige signalering is essentieel om kindermishandeling zo snel mogelijk te voorkomen of te stoppen en de gevolgen ervan zoveel mogelijk te beperken.