1.1.6 Risico- en beschermende factoren

JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Kindermishandeling

Kindermishandeling is doorgaans het gevolg van een opeenstapeling van – en interactie tussen verschillende risicofactoren bij en kenmerken van ouder(s), de omgeving en de jeugdige. Er is vrijwel nooit één oorzaak aan te wijzen.

Risicofactoren voor kindermishandeling 

LET OP: 

  • Het verband tussen een specifieke risicofactor en kindermishandeling kan in een wetenschappelijk onderzoek zijn aangetoond, maar dat betekent niet dat het verband ook altijd optreedt in individuele gevallen. Er is een verhoogde kans (risico) maar dit hoeft niet daadwerkelijk te gebeuren in individuele situaties.
  • Een signaal van kindermishandeling is een actueel teken of kenmerk bij de jeugdige of vanuit zijn omgeving dat er iets aan de hand is met de jeugdige of het gezin (zie module Signaleren). Een signaal van kindermishandeling is niet hetzelfde als een risicofactor. Risicofactoren kunnen wel een signaalfunctie voor kindermishandeling hebben. 

Hieronder wordt in Figuur 1 een overzicht gegeven van risicofactoren voor fysieke kindermishandeling. Het gaat om correlatie coefficienten (r) tussen 0 en 1. De belangrijkste risicofactoren voor kindermishandeling hebben met de ouder(s) zelf te maken: opvoedstress, gebrek aan empathie, een laag zelfbeeld en een gebrekkige impulscontrole bij de ouder kunnen het risico op mishandeling verhogen. Maar ook eenzaamheid, algemene stress, depressie, angst, cognitieve beperkingen, de neiging om het gedrag van het kind negatief te interpreteren en een gebrek aan kennis over de kinderlijke ontwikkeling hangen gematigd samen met het voorkomen van kindermishandeling. Zie ook: factsheet KOPP/KVO (Trimbos.nl) Deze linkt opent in een nieuw tabblad en LVB Deze linkt opent in een nieuw tabblad.

Figuur 1. Risicofactoren voor fysieke kindermishandeling, gerangschikt naar de sterkte van de samenhang met mishandeling (r)

Risicofactoren voor verwaarlozing

In Figuur 2 wordt een overzicht gegeven van risicofactoren voor verwaarlozing, gebaseerd op de meta-analyse van Mulder en collega’s [46]. Ook voor verwaarlozing geldt dat de meeste risicofactoren met de ouder(s) te maken hebben, zoals een voorgeschiedenis van de ouder met antisociaal of crimineel gedrag, ongezond gedrag tijdens de zwangerschap zoals roken en psychische problemen bij de ouder. Kinderen die bij de geboorte een moeilijke start maken (in Figuur 2 ‘perinatale problemen’) hebben ook een verhoogd risico op verwaarlozing: het kan hier gaan om kinderen die te vroeg geboren worden of kinderen die excessief huilen (zie JGZ-richtlijn Excessief huilen Deze linkt opent in een nieuw tabblad). Zie ook: factsheet KOPP/KVO (Trimbos.nl) Deze linkt opent in een nieuw tabblad en LVB Deze linkt opent in een nieuw tabblad.

Figuur 2. Risicofactoren voor verwaarlozing, gerangschikt naar de sterkte van de samenhang met mishandeling (r).

Risicofactoren voor seksueel misbruik

In Figuur 3 wordt een overzicht gegeven van risicofactoren voor seksueel misbruik, gebaseerd op de meta-analyse van Assink en collega’s [104]. De sterkste effecten werden gevonden voor andere vormen van kindermishandeling in het gezin en het eerder meegemaakt hebben van seksueel misbruik. Daarnaast zijn een slechte ouder-kind relatie, ouders die in  hun jeugd kindermishandeling hebben meegemaakt en wanneer de jeugdige een meisje is, risicofactoren voor seksueel misbruik. 

Figuur 3. Risicofactoren voor seksueel misbruik, gerangschikt naar de sterkte van de samenhang met mishandeling (r).

Beschermende factoren voor kindermishandeling

De impact van risicofactoren is afhankelijk van de context en dient altijd te worden beoordeeld in samenhang met andere risicofactoren én beschermende factoren. Daarbij is het essentieel om te kijken naar hoe de ouder op een risicofactor reageert, en welk gedrag daarbij wordt vertoond. 

Beschermende factoren kunnen een buffer vormen tegen de risico’s waaraan jeugdigen worden blootgesteld. Hoewel ze de mogelijke negatieve impact van risicofactoren kunnen beperken, bieden ze niet automatisch volledige compensatie. Factoren die de veiligheid bevorderen, kunnen een belangrijke rol spelen in het voorkomen van kindermishandeling. Er is relatief weinig onderzoek gedaan naar beschermende en veiligheidsbevorderende factoren voor kindermishandeling.

Younas en Gutman [2] hebben een systematisch literatuuroverzicht geschreven over beschermende factoren van kindermishandeling. In de primaire onderzoeken werd gekeken naar diverse aspecten van sociale steun, zoals de beschikbaarheid van hulp, counseling, emotionele en praktische steun, evenals kameraadschap. De resultaten lieten zien dat een sociaal netwerk en sociale steun de belangrijkste beschermende factoren tegen (de gevolgen van) kindermishandeling vormden. Alleen voor seksueel misbruik is het beschermende effect van sociale steun niet aangetoond. Dagelijkse betrokkenheid van een ouder bij de kinderen is een beschermende factor tegen verwaarlozing. Younas en Gutman [2] onderzochten dit specifiek voor vaders maar het is aannemelijk dat dit voor ouders in het algemeen geldt.  

Een ‘Top tien van beschermende factoren voor een positieve ontwikkeling van jeugdigen zijn door het NJi geformuleerd en kunnen factoren zijn die de ouder(s), de jeugdige of de omgeving betreffen:

  • Sociale binding
  • Kansen voor betrokkenheid
  • Prosociale normen binnen gezin en omgeving
  • Erkenning en waardering voor positief gedrag
  • Steun van belangrijke volwassenen en voorzieningen in de omgeving
  • Constructieve tijdsbesteding
  • Competenties van de jeugdige
  • Cognitieve vaardigheden van de jeugdige
  • Schoolmotivatie van de jeugdige
  • Positieve identiteit, eigenwaarde van de jeugdige

Risicogroepen (kind gerelateerde risicofactoren)

  • Meisjes zijn vaker slachtoffer van kindermishandeling dan jongens [107].
  • Vooral op het gebied van seksueel misbruik en emotionele mishandeling worden meisjes vaker getroffen dan jongens [10]; [28][107][111].
  • Bij kinderen onder de 12 jaar is het slachtofferschap van seksueel misbruik ongeveer even vaak verdeeld tussen jongens en meisjes (Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen kinderen)..
  • Kindermishandeling komt het meest voor bij kinderen tussen 0 en 3 jaar [107].
  • Moeders zijn vaker pleger van kindermishandeling dan vaders (respectievelijk 86% en 62%). In sommige gevallen zijn beide ouders betrokken als pleger [95].
  • Kindermishandeling komt vaker voor in gezinnen waarin sprake is van een laag opleidingsniveau van de ouders, werkloosheid, een niet-Nederlandse achtergrond, eenoudergezinnen, stiefgezinnen of grote gezinnen. Deze factoren hangen vermoedelijk samen met armoede [107].
  • Kinderen die opgroeien in ongunstige omstandigheden, waar sprake is van meerdere risicofactoren, lopen een groter risico op mishandeling [107].
  • Kindermishandeling komt twee keer zo vaak voor bij kinderen van gescheiden ouders of bij relatiebreuken dan bij kinderen van ouders die samen zijn [10];[111].
  • Ouders met een licht verstandelijke beperking (LVB) lopen een verhoogd risico op het plegen van kinderverwaarlozing [46].
  • Ook ouders met een psychiatrische aandoening en/of een verslaving hebben een verhoogd risico om hun kind te mishandelen [46];
  • Er is geen eenduidig bewijs dat vroeggeboorte (prematuriteit) op zichzelf een risicofactor vormt voor kindermishandeling [46][21].
  • Evenmin is er duidelijk bewijs dat kinderen met gedragsproblemen een verhoogd risico lopen om slachtoffer te worden van mishandeling [46][21].

Comorbiditeit

Combinaties van verschillende vormen van kindermishandeling komen vaak voor. Ongeveer een derde van de mishandelde kinderen heeft te maken met meerdere vormen van kindermishandeling [28][107]

 

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen