2.2.2 Signaleren en signaleringsinstrumenten

JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Kindermishandeling

Om signalen van kindermishandeling te kunnen constateren kijk je naar de (uiterlijke) kenmerken en gedragingen van de jeugdige, naar de ouder-jeugdige interactie, naar de ouder als persoon en als opvoeder en naar de psychosociale context van de jeugdige. Als JGZ-professional ben je altijd, tijdens alle momenten van contact, alert op mogelijke signalen van kindermishandeling.

Screenen op fysieke signalen

  • Tijdens lichamelijk onderzoek van baby’s (wegen/meten; controle heupen; op indicatie; op verzoek; etc.) inspecteer je ook altijd de huid op lichamelijke signalen. Blauwe plekken bij een niet-mobiel kind (baby) dienen altijd nader onderzocht te worden door een kinderarts.
  • Bij baby’s en peuters die in luier/onderbroek worden gezien: inspecteer altijd de zichtbare huid en globaal de billen op blauwe plekken door bij de onderrug de luier/onderbroek even te openen.
  • Bij jeugdigen vanaf 4 jaar: observeer altijd de zichtbare huid tijdens contactmomenten of ook de bedekte huid wanneer dit op indicatie of op verzoek van de ouder/de jeugdige is (bijv. wanneer ouders vragen naar uitslag of verkleuring te kijken, kijk je ook naar de rest van de zichtbaar geworden huid).
  • Zie ook de JGZ-Richtlijn Huidafwijkingen Deze linkt opent in een nieuw tabblad en Richtlijn Blauwe plekken bij kinderen – NVK Deze linkt opent in een nieuw tabblad (o.a. in verband met differentiaaldiagnose bij bijvoorbeeld archipel-vlekken, Ehler Danlos syndroom (EDS), stollingsziekten en andere aangeboren huidaandoeningen, en osteogenesis imperfecta).
  • Bij twijfel of vermoedens van toegebracht letsel is nader medisch onderzoek door een ter zake deskundige arts nodig. Maak eventueel een foto van letsel. Zie Module Werken met de meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld. 

Screenen op signalen in de sociaal-emotionele ontwikkeling, het gedrag en in de omgeving van de jeugdige 

Voor de JGZ zijn hiervoor momenteel de volgende twee methodieken[1] en een vragenlijst beschikbaar: 

 

Het werken met één van deze methodieken heeft de voorkeur boven het werken zonder methodiek. Daarbij zijn de SPARK en GIZ voorspellend voor kindermishandeling [37];[20];[119]. Aan zowel de GIZ als de SPARK is een zogenaamde actuariële module toegevoegd waarbij het eindoordeel ten aanzien van kind(on)veiligheid, na het vaststellen van de risicofactoren, (automatisch) volgt. Dit verhoogt de voorspellende waarde van beide methodieken.1

De Vragenlijst Stevig Ouderschap is eveneens een voorspellend instrument voor kindermishandeling [38];[39], maar kan alleen worden ingezet wanneer de preventieve interventie Stevig Ouderschap daadwerkelijk beschikbaar is om te worden aangeboden bij een positieve screening.

[1]  Ook het DMO-protocol van Samen Starten blijkt in combinatie met een actuariële module voorspellend te zijn voor kindermishandeling, echter minder dan de GIZ-methodiek en SPARK (van der Put e.a., submitted). Samen Starten wordt echter uitgefaseerd en niet meer met training en/of e-learning ondersteund. 

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen