Maak een eerste inschatting van de veiligheid van de jeugdige, broertjes/zusjes en andere betrokkenen. Bij acute onveiligheid: meld direct bij Veilig Thuis Deze linkt opent in een nieuw tabblad (0800 2000; 24 uur per dag) en/of schakel indien nodig de politie in (112).
- Onderzoek en concretiseer de signalen op grond waarvan je een vermoeden van kindermishandeling hebt: verzamel aanwijzingen die een vermoeden onderbouwen en/of ontkrachten. Ga na: waaruit bestaan de zorgen?
- Noteer concreet en feitelijk je bevindingen en (voorgenomen) acties in het dossier.
- Naast inzicht in de dingen die niet goed gaan is het voor een adequate afweging belangrijk in kaart te brengen wat er wél goed gaat in het gezin en met de jeugdige of wat signalen zijn die een vermoeden ontkrachten.
Onderzoek en concretiseer de signalen met behulp van:
- Het JGZ-dossier: Let op opvallende punten in de ontwikkeling die kunnen wijzen op problemen thuis, op school of op psychische en medische risicofactoren. Denk hierbij ook aan signalen die betrekking hebben op broertjes en zusjes.
- Navraag bij betrokkenen (ouders en/of jeugdige), al dan niet met behulp van de GIZ-methodiek[96] of de SPARK [20] (inclusief actuariële module, die na vaststelling van risicofactoren automatisch een oordeel over kind(on)veiligheid geeft).
- Bij individuele jeugdigen die tot een risicogroep behoren kan het noodzakelijk zijn om hen vaker te zien en vinger aan de pols te houden; vervolgonderzoek binnen de JGZ; extra contactmoment(en) op indicatie (bijvoorbeeld prenatale huisbezoek(en) PHB-JGZ).
Doe de Mantelzorgverleningscheck
De mantelzorgverleningscheck houdt in dat je nagaat of er in de omgeving van de jeugdige personen zijn die voor mantelzorg van hem/haar afhankelijk zijn. Denk hierbij aan kinderen met een chronisch zieke ouder, ouder met een beperking of kinderen die als tolk optreden voor hun ouder(s). Zie Stap 1. KNMG Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (2023) Deze linkt opent in een nieuw tabblad
Doe de Kindcheck (oudersignalen)
Strikt genomen is de Kindcheck Deze linkt opent in een nieuw tabblad niet van toepassing op de JGZ omdat die het kind op enig moment wel ziet en dus kindsignalen kan opvangen. Wanneer er geen kindsignalen zijn, wil dit niet zeggen dat er geen sprake is van kindermishandeling. Voor de JGZ-professional betekent de Kindcheck dat ook eventuele oudersignalen in kaart gebracht moeten worden om te kunnen vaststellen of de ouder zijn/haar ouderrol adequaat kan vervullen. Kijk indien van toepassing naar beide ouders. Maak onderscheid tussen:
- de ouder als persoon, bijvoorbeeld: heeft de ouder zelf (psychische of psychiatrische) problemen, een verslaving, hoe is hun temperament, zijn er agressieregulatie-problemen, hoe gaan zij om met psychosociale problemen (‘coping’)?
- de ouder als opvoeder, bijvoorbeeld: hoe is de interactie tussen ouder en jeugdige, is er toezicht, is er betrokkenheid bij elkaar in het gezin?
Ga ook na of er broertjes en zusjes in het gezin zijn, of er signalen van kindermishandeling zijn en hoe het met hen gaat. De Kindcheck Deze linkt opent in een nieuw tabbladis tevens van toepassing in de zwangerschap met betrekking tot de aanstaande ouder(s) en eventuele oudersignalen. Zie voor meer informatie:
- Factsheet Signaleren van kindermishandeling op basis van oudersignalen; Deze linkt opent in een nieuw tabblad
- Achtergrondinformatie over de kindcheck Deze linkt opent in een nieuw tabblad.
Sociaal-emotionele en psychische signalen bij de jeugdige
Kinderen en jongeren die slachtoffer zijn van kindermishandeling kunnen een afwijkende sociaal-emotionele ontwikkeling doormaken, stilstand in hun ontwikkeling ervaren en psychische klachten of een psychotrauma ontwikkelen. Zie de module Definities en achtergrondinformatie.
Ga na hoe de sociaal-emotionele ontwikkeling van de jeugdige verloopt en of er sprake is van internaliserende problemen of gedragsproblemen. Dit kan bijvoorbeeld worden onderzocht met behulp van de SDQ (Strengths & Difficulties Questionnaire [113]), mits deze beschikbaar is binnen de JGZ-organisatie. Bij een vermoeden van psychotrauma of PTSS kan de JGZ-professional de Children’s Revised Impact of Event Scale (CRIES-13) toepassen [11]; [40]. De CRIES-13 is een gevalideerde, korte zelfrapportage lijst voor de screening van PTSS-symptomen, geschikt voor jeugdigen van 8 tot 18 jaar [11]. Deze vragenlijst is vrij beschikbaar online, maar het gebruik ervan dient op organisatieniveau binnen de JGZ te worden besloten.
Fysieke signalen bij de jeugdige
- Wanneer fysiek letsel, fysieke verwaarlozing en/of seksueel misbruik wordt geconstateerd, is een nader medisch onderzoek door een deskundige arts nodig.
- Blauwe plekken en botbreuken bij een niet-mobiel kind (baby) moeten altijd beoordeeld worden door een kinderarts (zie Module Signaleren).
- Maak bij zichtbaar letsel een uitgebreide letselbeschrijving en zo mogelijk foto’s van het letsel. Raadpleeg de website van LECK Deze linkt opent in een nieuw tabblad voor het maken van letselfoto’s.
- Overleg met Veilig Thuis Deze linkt opent in een nieuw tabblad, het LECK Deze linkt opent in een nieuw tabblad of een forensisch arts over de aandachtspunten en de noodzaak van aanvullend medisch onderzoek.