Deze richtlijntekst is gebaseerd op de ‘JGZ Richtlijn Kindermishandeling’, gepubliceerd in 2016. Bij het herzien van de richtlijn is de clusterwerkgroep ‘Opvoeden en Ondersteunen’ ook betrokken geweest. Deze grotere clusterwerkgroep bestond uit JGZ-professionals met praktijkervaring als inhoudsdeskundigen op het gebied van opvoeding, huilen, slapen of de ouder-kind interactie. Gedurende het gehele herzieningsproces zijn de leden van de clusterwerkgroep betrokken geweest via plenaire bijeenkomsten en schriftelijke feedbackrondes, waarbij hun opmerkingen en suggesties zijn verzameld en verwerkt in de richtlijnmodules.
Concept teksten werden geschreven door het projectteam van TNO, samen met leden van de ‘werkgroep Kindermishandeling’ die speciale expertise hebben op het terrein van kindermishandeling.
- Werkgroep
Bij de formatie van de werkgroep Kindermishandeling is gelet op een goede balans tussen wetenschappers, inhoudelijke experts en uitvoerende JGZ professionals. De werkgroep bestond uit zes personen:
- Karin Laan, Beleidsadviseur en aandachtsfunctionaris kindermishandeling, huiselijk geweld en privacy bij GGD Hollands Noorden.
- Henrique Sachse, Vertrouwensarts, Jeugdarts, Arts M&G, Onderwijsadviseur, oud voorzitter Eusuhm
- Claudia van der Put, Universitair docent Forensische Orthopedagogiek, Universiteit van Amsterdam
- Rian Teeuw, kinderarts sociale pediatrie, LECK kinderarts, voorzitter TASK-Amsterdam UMC
Projectteam TNO:
- Remy Vink, inhoudsdeskundige en projectleider
- Marianne de Wolff, inhoudsdeskundige, richtlijnontwikkelaar
Betrokkenheid ouders en jeugdigen
De oudervertegenwoordiger bij het Cluster Opvoeden en Ondersteunen (waarvan de richtlijn Kindermishandeling deel uitmaakt) heeft deelgenomen aan de vergaderingen van het brede cluster bijgewoond. Verder heeft zij schriftelijk commentaar gegeven op alle aanbevelingen van de richtlijn Kindermishandeling. Op basis van deze opmerkingen hebben we kleine aanpassingen gedaan in de tekst van de Module ‘Signaleren’ en de Module ‘Werken met de Meldcode’.
Daarnaast zijn ouders van kinderen (0-18 jaar) via sociale media benaderd om hun ervaringen in kaart te brengen.