2.1 Ontwikkeling van het oog en de visuele functies

JGZ richtlijn Opsporen oogafwijkingen (2019)

Opsporen oogafwijkingen

In dit thema wordt achtergrondinformatie gegeven over de normale visuele ontwikkeling en over oogafwijkingen die een bedreiging kunnen zijn voor deze ontwikkeling.

Een goede gezichtsscherpte is van groot belang voor de algemene ontwikkeling. Op latere leeftijd kan een amblyoop (lui) oog de reden zijn dat iemand slechtziend wordt bij verlies van het goede oog (Rahi, 2002). Daarom is tijdige opsporing, accurate verwijzing en de juiste behandeling noodzakelijk om schade aan de visuele ontwikkeling te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast is tijdige detectie en verwijzing naar orthoptist/oogarts van groot belang bij maligniteiten en symptomen die duiden op systemische aandoeningen, syndromen of chromosomale afwijkingen.

Normale ontwikkeling

Vanaf de geboorte groeit het oog en ontwikkelen de visuele functies. Om afwijkingen vast te kunnen stellen is het van belang de normale ontwikkeling te kennen. Vanaf de leeftijd van 6 weken moet een baby gericht een object kunnen fixeren zoals een speeltje of de ogen van de ouders*. Vanaf 2 maanden kunnen de meeste kinderen vloeiende volgbewegingen maken. Scherpstellen dichtbij (accommoderen) en het tegelijkertijd bewegen van beide ogen richting de neus (convergeren) is mogelijk vanaf 3-4 maanden. Het driedimensionaal dieptezien (stereoscopisch zien) ontwikkelt zich tussen de leeftijd van 3-5 maanden en 3 jaar. Ook de gezichtsscherpte (visus) neemt in de loop van jaren langzaam toe van 0,05 bij de geboorte tot 1,0 rond de leeftijd van 6 jaar. Het oog zelf groeit in de loop van jaren uit naar volwassen afmetingen. Voor de screening op oogafwijkingen is van belang dat de horizontale diameter van het hoornvlies (de cornea) toeneemt van 9,5-10,5 mm bij geboorte tot 12 mm (volwassen waarde) op 7-jarige leeftijd. De gemiddelde pupildiameter is 4 mm. Bij meten van de refractie heeft het merendeel van de kinderen een +sterkte (hypermetropie) die gemiddeld +1.0 dioptrie (D) bij geboorte is, toeneemt tot de leeftijd van 7 jaar en dan weer afneemt om rond het 16e​ ​jaar de volwassen sterkte te bereiken [14].

Voor de beschrijving van de normale ontwikkeling van het oog wordt verwezen naar referenties in bijlage 2.

*In het Van Wiechenschema staat bij vier weken het item ‘ogen fixeren’ aangegeven. Wij houden in deze richtlijn zes weken aan, omdat een kind bij vier weken nog niet hoeft te fixeren.

Tabel 2.1: Normale visuele ontwikkeling

Ontwikkeling van het zien Vanaf leeftijd
Vaste fixatie 6 weken
Vloeiende volgbewegingen 2 maanden
Convergentie 3 maanden
Accommodatie 3-4 maanden
Stereoscopisch zien 3-5 maanden tot 3 jaar

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback